Vallen voorkomen
Een valpartij is snel gebeurd. Een op de drie thuiswonende ouderen en de helft van de rusthuisbewoners valt minstens een keer per jaar.
Je vindt hier informatie over:
- Risicofactoren: welke factoren veroorzaken een val?
- Gevolgen: welke (ernstige) gevolgen zijn er?
- Voorzorgsmaatregelen: hoe kun je tijdig hulp inroepen?
- Preventie: hoe kun je een val voorkomen?
Risicofactoren
Vier factoren kunnen een val veroorzaken:
- Geslacht: naarmate je ouder wordt, val je makkelijker. Een vermindering van het evenwichtsgevoel, de mobiliteit en spiersterkte zijn er verantwoordelijk voor.
- Een (te) lage bloeddruk of een plotse daling van de bloeddruk bij het rechtkomen, het bukken of na de maaltijd.
- Duizeligheid.
- Verminderd zicht: vooral een verminderd dieptezicht en een verminderde contrastgevoeligheid spelen een belangrijke rol.
- Pijn: bij pijn beweeg je moeilijker en ondervind je vaak last van stijfheid. Pijn kan bovendien leiden tot verminderde slaap waardoor je overdag meer vermoeid of suf bent.
- Urine-incontinentie: als je ’s nachts vaak moet opstaan om te plassen of je je moet haasten om tijdig het toilet te bereiken, heb je meer kans om te vallen.
- Minder betrouwbaar kortetermijngeheugen, vergeetachtigheid en oriëntatiestoornissen, bijvoorbeeld als gevolg van dementie of de ziekte van Parkinson.
- Personen met een depressie zijn minder in staat om adviezen rond valpreventie op te volgen. Bovendien kan de behandeling met antidepressiva het valrisico verhogen.
- Voetproblemen zoals blaren, zweren, eeltknobbels en ingegroeide nagels.
- Laag vitamine D-gehalte: ouderen met een laag vitamine D-gehalte hebben een hoger valrisico, door de impact van vitamine D op bot- en spierfunctie.
- Valgeschiedenis: ouderen met een valpartij in het verleden lopen een hoger risico om opnieuw te vallen.
- Minder lichaamsbeweging waardoor het evenwicht, de spierkracht, de gang en de mobiliteit verminderen.
- Valangst leidt tot een vicieuze cirkel: niet meer durven te bewegen uit angst te vallen leidt tot verminderde spierkracht, evenwicht en mobiliteit en verhoogt het risico op vallen.
- Risicogedrag: energieke ouderen zijn geneigd risicovol gedrag te vertonen in het dagelijkse leven (bv. zich haasten).
- Foutief gebruik van loophulpmiddelen.
- Nevenwerkingen van geneesmiddelen (bv. slaap- en kalmeermiddelen, antidepressiva) of inname van meer dan vier geneesmiddelen.
- Alcohol drinken waardoor alertheid vermindert en reactiesnelheid vertraagt.
Dit zijn factoren die de oudere van buitenaf uit balans kunnen brengen.
Voorbeelden:
- gevaarlijke trappen of te hoge drempels;
- onvoldoende verlichting;
- losse tapijten;
- losliggende tegels;
- rommel op de vloer;
- schoenen met gladde zolen of op sokken lopen;
- losliggende draden en kabels;
- geen houvast bij het gaan in douche of bad, geen antislipmatten, een te laag toilet zonder handgrepen aan de muur;
- een stoel of krukje gebruiken om op te staan in plaats van een stevige huishoudtrap.
Deze factoren zijn meestal niet de directe aanleiding maar spelen een rol in combinatie met de biologische factoren.
- Laag inkomen.
- Laag opleidingsniveau.
- Beperkte toegang tot gezondheidszorg.
- Gebrek aan sociale interactie.
Gevolgen
Een val komt zelden alleen. Bij wie geluk heeft, houdt het op met een schaafwonde. Maar vaak zijn de gevolgen ernstiger.
Fysieke gevolgen
- Meestal leidt vallen tot schrammen, een kneuzing of schaafwonde.
- Soms zijn de gevolgen ernstiger, zoals een hoofdtrauma of breuken. Ernstiger lichamelijke gevolgen kunnen leiden tot een opname in het ziekenhuis of blijvende invaliditeit.
Psychosociale gevolgen
- De angst om (opnieuw) te vallen heeft een ernstige invloed op de levenskwaliteit en soms een grote impact op het sociale leven.
- Wie bang is om te vallen, beweegt minder en verliest hierdoor spierkracht, evenwicht en mobiliteit. De kans op vallen wordt dan groter.
- Daarnaast zorgt valangst er ook voor dat je minder vaak buitenkomt en daardoor ook minder deelneemt aan sociale gebeurtenissen. Sommige ouderen raken hierdoor geïsoleerd, vereenzamen of worden depressief.
Financiële gevolgen
- De uitgaven als gevolg van een val kunnen sterk verschillen, gaande van de aankoop van producten (bv. pleisters, ontsmettingsmiddel) over de herstelling of aanschaf van voorwerpen (bv. een bril) tot de rekening voor een ziekenhuisopname of kosten voor verpleging en revalidatie.
- Eventuele blijvende invaliditeit kan je dwingen om de woning aan te passen of kan ook het wegvallen van een arbeidsinkomen betekenen.
Hulp
Met een aantal voorzorgsmaatregelen is het gemakkelijker om tijdig hulp in te roepen indien je valt.
- Zorg voor een gsm of een (bij voorkeur draagbare) telefoon, waar je steeds gemakkelijk bij kunt. Stel in het adresboek nuttige telefoonnummers in voor al je hulp nodig hebt.
- Schaf een personenalarm aan als je vaak valt en de telefoon niet meer kunt bereiken. Zo kun je snel iemand oproepen als het nodig is.
Ergotherapeut Kaat legt uit hoe je vallen voorkomt
Preventie
Je kunt zelf heel wat doen om je valrisico te verkleinen. Hoe jonger je ermee begint, hoe beter. Maar je bent uiteraard nooit te oud om te leren.
Zorg voor je voeten
Stevig in je schoenen staan is belangrijk. Daarom is het cruciaal je voeten goed te (laten) verzorgen en goede schoenen of pantoffels te dragen.
- Draag schoeisel dat goed past en de hele voet omsluit.
- Vermijd schoenen die te groot of te klein zijn, of die open zijn aan de achterzijde (slippers, pantoffels).
- Behandel onmiddellijk wondjes en drukplekken.
- Bespreek voetproblemen (bv. eeltknobbels, teenafwijkingen, ingegroeide nagels) steeds meteen met je arts.
Voldoende bewegen
- Blijf in beweging. Het verstevigt de spieren en verbetert het evenwicht en uithoudingsvermogen. Intensief sporten hoeft niet. Dagelijks een halfuur matig intensief bewegen bezorgt je al een belangrijke gezondheidswinst en vermindert het risico om te vallen. Wandelen, fietsen, tuinieren en zwemmen zijn ideaal. Lichaamsbeweging zoveel mogelijk integreren in de dagelijkse activiteiten garandeert dat je het langer volhoudt.
- Wie minder goed te been is of onzeker stapt, kan een beroep doen op hulpmiddelen zoals een wandelstok of een looprekje. Informeer je over het aanbod in de Goed thuiszorgwinkels.
- Maak geen bruuske bewegingen bij het rechtstaan uit een zetel of stoel of bij het uit bed komen. Zet je eerst rustig recht en wacht tot alle mogelijke duizelingen verdwenen zijn. Sta pas dan traag op en neem daarbij bijvoorbeeld de leuning van de zetel vast.
- Verplaats je rustig als de telefoon rinkelt of de bel gaat, of gebruik een mobiele telefoon.
- Doe regelmatig oefeningen om je evenwicht en spierkracht te verbeteren. Raadpleeg eventueel een kinesist.
- Zit niet te lang stil. Onderbreek regelmatig het stilzitten (liefst om de twintig à dertig minuten) door even recht te staan en te stappen, een glas water te halen of met een ander bewegingstussendoortje.
Medische opvolging
Geneesmiddelen
Bespreek met je arts de mogelijke nevenwerkingen van geneesmiddelen op evenwicht of concentratie en neem geneesmiddelen steeds in zoals voorgeschreven.
- Heel wat geneesmiddelen kunnen je immers slaperig, suf of draaierig maken, je evenwicht verstoren, je reacties verminderen en je spieren verslappen.
- Overleg geregeld met je arts en contacteer hem als je te veel last hebt van bijwerkingen.
Ogen
Goed zien is essentieel om valpartijen te vermijden. Ga daarom meteen naar de oogarts als je voelt dat je ogen achteruitgaan.
Laat je brillenglazen aanpassen indien nodig. Leen geen bril van anderen als de jouwe niet meer voldoet.
Woonomgeving
- Zorg voor voldoende verlichting in alle kamers maar zeker in de traphal en tussen de slaap- en de badkamer. Voorzie automatische verlichting met sensor of infrarood detector lampen aan de buitendeuren.
- Laat geen voorwerpen op de vloer rondslingeren zoals boeken, tijdschriften, handwerk. Reinig regelmatig de vloer. Stof, kruimels, groentesnippers kunnen even gevaarlijk zijn voor uitglijden als water.
- Voorzie overal voldoende bewegingsruimte. Een doorgang van 85 cm zorgt ervoor dat je overal gemakkelijk door kunt.
- Leg liever geen tapijten en gebruik zo weinig mogelijk matten. Indien je er gebruikt:
- kies dan bij voorkeur matten met antislip aan de onderzijde;
- leg antislip onder losliggende tapijten;
- zorg dat er geen opkrullende hoeken zijn.
- Zorg voor stabiele meubels zodat je er eventueel veilig op kunt steunen.
- Werk scherpe hoeken weg met hoekbeschermers, bijvoorbeeld aan de hoeken van de salontafel.
Heb je vragen over het veilig maken van je woning? Vraag dan professioneel advies bij de gratis CM-dienst ‘Ergobegeleiding en woonadvies'.
- Houd de badkamervloer droog: water, zeep en tegels geven gladde vloeren.
- Breng antislip aan voor en in douche en bad.
- Voorzie een zitbankje of plastic stoel in de douche.
- Zorg voor handgrepen in douche, bad en aan het toilet zodat je gemakkelijker kunt rechtstaan.
- Zorg dat je probleemloos in en uit het bad of de douche kunt stappen.
- Plaats eventueel een verhoogd toilet of een toiletverhoger.
- Berg scheermesjes en andere scherpe voorwerpen veilig op.
Garage en bergruimte
- Verwijder resten van olie, verf, vet of andere producten onmiddellijk met zand of zaagsel.
- Zorg ervoor dat stapelrekken stabiel en niet overbelast zijn.
- Stapel voorwerpen op de rekken op zo’n manier dat ze niet kunnen verschuiven of eraf vallen.
- Berg gereedschap veilig en netjes op.
- Zorg voor ladders en opstapjes in goede staat.
Toegangsweg en terras
- Leg uitstekende tegels opnieuw vlak en maak losliggende tegels vast.
- Verwijder bladeren en mos. Ze maken tegels en houten oppervlakten bij regenweer spiegelglad. Ook sneeuw wordt het best onmiddellijk verwijderd.
- Zorg voor een vrije toegangsweg. Verwijder in de weg staande plantenbakken en andere voorwerpen.
- Kijk regelmatig na of leuningen en balustrades goed vastzitten.
- Zorg voor een tweede telefoontoestel zodat je je niet naar beneden moet haasten om tijdig op te nemen.
- Voorzie een lichtschakelaar die gemakkelijk vanuit het bed bereikbaar is.
- Voorzie nachtlampjes.
- Verhoog of verlaag het bed zodat je gemakkelijker in en uit bed kan. Ideaal is wanneer de voeten net aan de grond komen als je op de rand van het bed gaat zitten.
- Sta altijd voorzichtig op. Blijf even zitten voor je rechtstaat.
- Plaats het hoofdeinde van het bed een beetje hoger.
- Bevestig antislip over de hele trapbreedte van de traprand.
- Zorg ervoor dat de traploper goed vastzit.
- Voorzie een stevige trapleuning op ongeveer 90 cm hoogte, bij voorkeur aan beide zijden van de trap.
- Laat geen voorwerpen op de treden liggen.
- Ga rustig de trap op en af. Neem trede per trede en hou de leuning vast.
- Plaats zowel boven als beneden aan de trap een lichtschakelaar.
- Zorg voor voldoende verlichting op en rond de trap.
- Zorg ervoor dat de eerste en laatste trede duidelijk onderscheiden zijn van de vloer zodat je deze trede niet ‘mist’ (bv. met fluostripjes).
Woonkamer
- Voorzie een draadloze telefoon die je overal kunt meenemen.
- Zorg voor stoelen met een goede zithoogte en stevige armleuning waar je ook gemakkelijk in en uit kunt.
- Laat geen boeken, tijdschriften, handwerk of andere zaken op de grond rondslingeren.
Keuken
- Gebruik een stevige huishoudtrap in plaats van op krukjes of stoelen te staan.
- Richt keukenkasten zo in dat je het gemakkelijkst bij de zaken kunt die je het meest nodig hebt.
- Kuis gemorste etensresten onmiddellijk op.
- Berg elektrische apparaten en gevaarlijke voorwerpen, zoals messen, na gebruik veilig op.
- Plaats geen frituurpan of kookpot met hete soep op de grond.
Woon- kamer | Keuken | Slaap- kamer | Bad- kamer | Traphal | Garage Bergruimte | |
---|---|---|---|---|---|---|
Meubels zijn zo geplaatst dat er voldoende ruimte is | ||||||
Tapijten en/of matten hebben een antisliplaag | ||||||
Vloer is makkelijk te onderhouden en zoveel mogelijk vrij | ||||||
Waar nodig zijn er handgrepen als steun voorzien | ||||||
Lichtschakelaars zijn makkelijk bereikbaar | ||||||
Telefoon is makkelijk bereikbaar | ||||||
Elektriciteitsdraden en verlengkabels zijn goed aan de muur bevestigd |