Borstvoeding versus flesvoeding
De eerste maanden na de geboorte is een baby voor zijn groei en ontwikkeling volledig aangewezen op melk. Je geeft borstvoeding of flesvoeding. Het is belangrijk om een geïnformeerde en weloverwogen keuze te maken. Vraag advies over borst- of flesvoeding aan je vroedvrouw, je huisarts, je gynaecoloog of aan mama’s uit je omgeving. Overleg met je partner en maak samen een bewuste keuze. Het is belangrijk dat je voor jezelf uitmaakt waar jij je goed bij voelt.
Borstvoeding
Borstvoeding biedt gezondheidsvoordelen voor de baby en de mama.
- Moedermelk bevat alle voedingsstoffen die een kindje nodig heeft om goed te kunnen groeien. De samenstelling ervan wijzigt in functie van de leeftijd en de behoeften van de baby.
- Moedermelk geeft de baby een natuurlijke bescherming tegen infecties van het maag-darmkanaal. Ook middenoorinfecties, infecties van de luchtwegen en urineweginfecties komen minder frequent voor.
- Drinken aan de borst vraagt een andere techniek dan drinken aan een fles. Daardoor ontwikkelen de kaken van borstvoedingskindjes zich beter.
- Baby's die borstvoeding krijgen, hebben een verminderd risico op wiegendood. Later hebben ze minder risico op overgewicht, astma, diabetes type 1 en 2.
- Als je baby te vroeg geboren is, is moedermelk van groot belang. De melk is aangepast aan de behoeften van de baby en bevat meer eiwitten en beschermende stoffen.
- Bij borstvoeding trekt de baarmoeder sneller samen tot haar oorspronkelijke vorm waardoor er het risico op nabloeden vermindert.
- De menstruatie keert vaak later terug waardoor je minder risico loopt op ijzergebrek.
- Borstvoeding heeft praktische voordelen. Geen gedoe met flesjes en spenen. Eender waar je bent: de melk is onmiddellijk beschikbaar. Bovendien is moedermelk helemaal gratis.
- Moeders die borstvoeding geven, krijgen vlugger hun oorspronkelijke gewicht terug.
- Minstens drie maanden uitsluitend borstvoeding geven, heeft een preventief effect op de mogelijke ontwikkeling van borstkanker. Je hebt ook minder kans op de ontwikkeling van een postnatale depressie, osteoporose, diabetes type 2 en eierstokkanker.
- Hoe langer je borstvoeding geeft, hoe groter de gezondheidsvoordelen. Zes maanden uitsluitend borstvoeding wordt aangeraden. Daarna kan je borstvoeding combineren met bijvoeding, zolang jullie er plezier aan beleven.
Borstvoeding moet je leren. Een goede voorbereiding en begeleiding zijn belangrijk voor een vlotte start.
Na de geboorte
Vlak na de geboorte is een baby het meest alert en wakker, en vertoont hij een sterke zuigreflex. Daarom is het aan te raden de baby meteen na de bevalling huid op huid op de buik van de moeder te leggen. Hij zoekt zelf met zijn mondje naar de borst en zal spontaan beginnen happen en zuigen. Als je binnen het uur je baby kan voeden, zal de borstvoeding beter op gang komen. Door de geboorte en het gezuig van je baby komt de aanmaak van melk na een paar dagen op volle kracht. Er stroomt meer bloed naar je borsten om bouwstoffen voor de melk te leveren. De plotse toename van bloed en melk zorgt vaak voor gespannen en pijnlijke borsten, en soms zelfs een verhoogde temperatuur en/of hoofdpijn. Dat proces heet stuwing en kan erg pijnlijk zijn.
- de baby tijdens de eerste week vaak aan te leggen;
- je borsten te masseren tijdens de voeding (vooral op plaatsen waar de borst harder aanvoelt);
- de borst goed te laten leegdrinken;
- warmte op de borst (een warme douche, een warm washandje): bevordert een vlotte doorstroming van de melk;
- koude op de borst na de voeding: kan helpen om de stuwing te verminderen en zo de pijn te verlichten.
- Zet je in een gemakkelijke houding en leg je baby met zijn buik tegen jouw buik met zijn oortje, schouders en heupjes op een lijn.
- Zorg dat het neusje van je baby ter hoogte van je tepel ligt.
- Kriebel zijn bovenlipje met je tepel zodat hij zijn mondje wijd opent. Breng dan zijn hoofdje naar je borst.
Het is belangrijk dat je baby een groot deel van de tepelhof in zijn mondje neemt. Zuigt je baby enkel op je tepel, dan komt er zo goed als geen melk en voel je pijn. Zo krijg je letsels aan je tepel. Neem je baby dan van de borst door een pink tussen je borst en zijn mondhoek te steken, en leg hem opnieuw aan.
- zijn onderlip naar buiten gekruld is;
- hij ritmisch en met diepe teugen zuigt;
- hij een groot deel van je tepelhof in zijn mondje heeft.
- Voed de baby op zijn vraag
Je merkt aan je baby dat hij honger krijgt: hij likt aan zijn handjes en lipjes, draait zijn hoofdje en zoekt de borst, balt zijn vuistjes. Pas na een tijdje begint hij echt te huilen. Leer je baby kennen en leg hem op tijd aan. Een huilende baby aanleggen is moeilijker. - Hoe vaak voeden in 24 uur?
Elke baby is anders. Leg de baby de eerste drie dagen zoveel mogelijk aan. Zo oefent hij zijn drinktechniek en komt de borstvoeding goed op gang. Tijdens de eerste weken zijn acht tot twaalf voedingen per 24 uur normaal. Meer mag altijd. Ook nachtvoedingen zijn, vooral in de eerste weken na de geboorte, belangrijk. - Drinkt mijn baby genoeg?
Je weet nooit exact hoeveel je baby drinkt, maar je kan ervan uit gaan dat je baby genoeg drinkt als je merkt dat hij ritmisch zuigt en slikt tijdens de voeding, hij minstens zes plasluiers per dag heeft en zijn urine kleurloos tot lichtgeel is en hij regelmatig stoelgangluiers heeft. - Hoelang duurt een voeding?
Er bestaat geen standaardtijd. Laat je baby zuigen tot hij verzadigd is en spontaan de borst loslaat.
Borstvoeding kan ook mislopen: de baby weigert de borst, valt altijd in slaap, komt niet genoeg aan en geeft veel melk terug, je borsten of tepels doen pijn of kleuren rood, je bent heel vermoeid, ... Veel moeders denken dan dat ze niet genoeg melk hebben. Nochtans kan 98 procent van de vrouwen borstvoeding geven.
Informeer je en laat je de eerste keren helpen door een vroedvrouw of lactatiekundige. Want de juiste techniek om je baby aan te leggen, is belangrijk om problemen te voorkomen. Praat met je partner over je ervaringen. Rust is een noodzaak als je net moeder bent geworden.
Spreek een vroedvrouw, lactatiekundige of arts aan met je vragen of klachten. Zeker als je koorts krijgt, je tepels pijnlijk aanvoelen en rood of paars kleuren, of als je borsten erg gezwollen en pijnlijk zijn. Zij kunnen je geruststellen of de juiste adviezen geven om de borstvoeding opnieuw vlot te laten lopen. Volg hun raad en behoed je voor de vele goedbedoelde raadgevingen uit je omgeving.
Flesvoeding
De samenstelling van flesvoeding probeert deze van moedermelk te benaderen, maar dat kan niet volledig. Het aanbod van merken flesvoedingen is groot. Vraag advies aan je arts of apotheker om een optimale voeding te kiezen.
- Startvoeding
Zuigelingenmelk is de officiële benaming voor een startvoeding of ‘eersteleeftijdsmelk’. Ze is bedoeld voor zuigelingen tot 6 maanden en is alleen in de apotheek te koop. Een startvoeding is een volwaardige voeding en levert voldoende energie voor een normale ontwikkeling. Omdat ze via hun flesvoeding voldoende vocht binnenkrijgen, hebben baby’s jonger dan 6 maanden in principe geen extra drank nodig. - Opvolgmelk
Opvolgmelk is de officiële benaming voor ‘tweedeleeftijdsmelk’. Ze is aangepast aan de behoeften van zuigelingen van 6 tot 18 maanden. Opvolgmelk vormt voor jonge kinderen een goede aanvulling op groente- en/of fruitpap en brengt in een belangrijke mate vocht aan. Ze is beschikbaar in poeders en in vloeibare vorm en dit zowel in de apotheek als het grootwarenhuis. - Groeimelk of volle koemelk
Rond de leeftijd van een jaar moet de voeding voldoende gevarieerd en evenwichtig zijn. Tussen 12 en 18 maanden kun je groeimelk of een halve liter volle koemelk introduceren. Groeimelk is verrijkt met mineralen, vitaminen en spoorelementen. Kies voor ongezoete groeimelk zonder toegevoegde smaak.
Kies je voor volle koemelk, geef je kind dan extra vitamine D en vermijd te veel melkproducten.
Goede flessen hebben een wijde hals en zijn zo glad mogelijk, waardoor je ze optimaal kan schoonmaken. Bij sommige flessen kan je de bodem afschroeven om ze goed te reinigen.
De speen moet lang en stevig genoeg zijn. Een te soepele of te dunne speen wordt plat gezogen. De baby krijgt dan geen melk binnen. Kies bij voorkeur een speen die de melk niet te gemakkelijk laat vloeien. De baby moet steeds voldoende krachtig zuigen, net als aan de borst. Zorg dat de speen al vol is als ze in de mond komt en ook steeds vol blijft tijdens het drinken om onnodig lucht happen te voorkomen. Schroef de dop wat losser indien je baby de speen plat zuigt.
Gebruik mineraalarm flessenwater met de vermelding ‘Geschikt voor de bereiding van babyvoeding’. Putwater is niet geschikt. Ook leidingwater kan je beter vermijden.
De meeste kinderen drinken de voeding lauw, op lichaamstemperatuur of net iets lager. Verwarm de voeding in een flessenwarmer of de microgolfoven. Schud nadien steeds de fles. Ze kan nog lauw aanvoelen, maar de voeding erin kan heet zijn.
Maak de melk pas klaar net voor je ze nodig hebt. Neem op verplaatsing een flesje water mee waar je op het moment zelf het poeder aan toevoegt.
De behoefte aan energie varieert naargelang de groeisnelheid, lichamelijke activiteit, leeftijd en gezondheidstoestand van je baby.
De eerste zes maanden drinkt een baby per dag gemiddeld 150 tot 180 ml per kg lichaamsgewicht, verspreid over ongeveer zes tot acht voedingen. Een gezonde baby kan perfect zelf de hoeveelheid en het aantal voedingen bepalen. Voed daarom een baby als hij erom vraagt, zowel bij borst- als flesvoeding.