Oogproblemen bij kinderen

Ook van jongs af aan kan je al problemen krijgen met je ogen. En door het toenemende schermgebruik neemt het aantal kinderen met bril alleen maar toe. Wat zijn veelvoorkomende problemen bij kinderen? En hoe merk je dat jouw kind er last van heeft?

Een lui oog of amblyopia

Een kind met een lui oog kijkt maar met één oog, het goede oog. Het luie oog is (meestal) wel in orde, maar de hersenen kiezen ervoor om alleen met het goede oog te kijken. Daardoor wordt het steeds moeilijker om goed te zien door het luie oog. 

    Je kind heeft er vaak geen last van. Aan het oog zelf is vaak ook niets te zien. Een lui oog is dus heel moeilijk op te merken. Volgende zaken kunnen alarmsignalen zijn: 

    • Je kindje houdt het hoofd vaak gedraaid (om het beste oog voorop te plaatsen).
    • Als het 'goede' oog afgedekt is, heeft je kind een slecht zicht. 
    • Je kind stoot vaak dingen om of loopt tegen zaken aan.
    • Het maakt vaak een onhandige indruk.

    Hoe vroeger het lui oog opgemerkt wordt, hoe beter. Daarom controleert de arts in het Wiegwijs-consultatiebureau op geregelde tijdstippen de ogen van je kind. Wordt het lui oog opgemerkt voor de achtste verjaardag dan kan je nog heel wat doen: oogdruppels of een afdekpleister op het goede oog. Op die manier dwingen we de hersenen om het luie oog terug te gebruiken. Is het luie oog een gevolg van een minder scherp zicht dan is een bril een mogelijkheid.   

    Erfelijkheid kan een rol spelen bij een lui oog. Heb je als mama of papa een lui oog of ben je hiervoor behandeld? Laat dan de ogen van je kind tijdig onderzoeken. 

     

    Scheelzien of strabisme

    De eerste maanden is het zicht van je baby nog in volle ontwikkeling. Kijkt je baby dan soms scheel? Dan hoef je je zorgen te maken. We spreken van scheelzien of strabisme bij kinderen vanaf 1 jaar wanneer één of beide ogen niet goed op één punt gericht zijn. In plaats daarvan wijzen ze in verschillende richtingen. Het ene oog kan recht vooruit kijken, terwijl het andere naar binnen, naar buiten, omhoog of omlaag draait. Deze afwijking kan constant zijn of af en toe voorkomen. 

      Het meest voor de hand liggende symptoom is duidelijk zichtbaar: de ogen kijken niet in dezelfde richting. Daarnaast kunnen ook dubbelzien en een verminderd dieptezicht bijkomende symptomen zijn. 

      Omdat scheelzien ook kan leiden tot een lui oog, is een vroegtijdige behandeling belanOok bij strabisme wordt het 'goede' oog vaak afgedekt met een afdekpleister. Op die manier wordt het schele oog gedwongen om terug recht te kijken. Mogelijke andere behandelingen zijn oogoefeningen om de oogspieren te versterken of chirurgie waarbij de oogspieren losser of korter gemaakt worden om het oog terug recht te laten zien. 

      Erfelijkheid kan een rol spelen bij scheelzien. Heb je als mama of papa strabisme of ben je hiervoor behandeld? Laat dan de ogen van je kind tijdig onderzoeken. 

       

      Bijziendheid of myopie

      Bijziendheid, ook wel bekend als myopie, is een veelvoorkomende oogaandoening waarbij iemand objecten die veraf zijn, wazig ziet. Wat dichtbij is, is wel scherp. Het ontstaat meestal in de kinderjaren.  

        Bijziendheid wordt vaak pas opgemerkt op school. Het is voor jonge kinderen niet gemakkelijk om zelf problemen op te merken omdat ze geen referentiekader hebben van wat een goed zicht is. Mogelijk ondervindt je kind volgende moeilijkheden als het bijziend is: 

        • moeite met het lezen van het bord of televisiekijken;
        • hoofdpijn;
        • samengeknepen ogen en/of vermoeide ogen.

        Er zijn verschillende mogelijkheden om bijziendheid te behandelen. Bij jonge kinderen kiest men doorgaans voor een bril met negatieve dioptrie. 

        Steeds meer kinderen lijden aan myopie. De bijziendheid ontstaat ook op steeds jongere leeftijd. Grootste boosdoeners hierbij? Onze kinderen spenderen steeds minder tijd in de gezonde buitenlucht en brengen te veel tijd door achter een beeldscherm. 
        Enkele tips om de progressie van bijziendheid of myopie tegen te gaan: 

        • Laat je kind veel tijd buiten doorbrengen. Men raadt aan om gemiddeld 2 uur per dag buiten te zijn. Daglicht is immers de beste bescherming tegen bijziendheid.
        • Beperk de schermtijd van je kind. Hou het scherm op 30 cm van je ogen en neem elk kwartier even een pauze. Vermijd schermtijd onder de leeftijd van twee jaar.

         

        Verziendheid of hypermetropie

        Verziendheid is het tegenovergestelde van bijziendheid. Dan is alles wat dichtbij is, wazig. Daardoor kunnen kinderen moeite hebben met lezen, speelgoed dichtbij bekijken. Heel wat peuters zijn verziend en dat is helemaal niet erg. De verziendheid bij kinderen groeit er als het ware vaak uit. 

          Verziende kinderen hebben vaak last van:

          • voorwerpen dichtbij wazig zien;
          • hoofdpijn;
          • vermoeidheid.

          Merk je bij een oogonderzoek op dat je kind aan beide ogen zwaarder verziend is dan normaal, dan kan het dragen van een bril een oplossing bieden. Naarmate je kind ouder wordt, is het mogelijk dat het zicht verbetert en dat het op termijn geen bril meer nodig heeft. 

          Herken je een of meerdere van bovenstaande signalen of maak je je zorgen over het zicht van je kind, maak een afspraak bij de oogarts