Help! Hoe versterk ik de band met mijn kind?

De relatie tussen ouder en kind is bijzonder en uniek. Al lijkt die sterke band soms ver te zoeken en weet je niet hoe je dichter naar elkaar toe kan groeien. Je kind negeert je, vertelt weinig over zijn of haar dag, of wil enkel door de andere ouder gepakt worden. Hoe ga je daarmee om?

Help! Hoe versterk ik de band met mijn kind?

    In de eerste maanden na de geboorte kan het als papa een uitdaging zijn om een sterke band met je baby te ontwikkelen. Vooral als je baby borstvoeding krijgt en nog weinig sociale interactie vertoont. Je baby lijkt vooral een intense fysieke en emotionele band met de mama te hebben. Daardoor voel je je soms uitgesloten. 

    Tips

    • Huid-op-huidcontact: Leg je baby regelmatig op je blote borst. Dit bevordert de hechting en geeft je baby een gevoel van veiligheid.
    • Actieve betrokkenheid bij de verzorging: Neem deel aan dagelijkse verzorgingstaken zoals verschonen, in bad doen en aankleden.
    • Gebruik van geboorteverlof: Maak gebruik van het geboorteverlof om tijd door te brengen met je pasgeboren baby. 
    • Ondersteuning bij voeding: Ook al geeft je partner borstvoeding, je kan betrokken zijn door bijvoorbeeld je baby aan te leggen, te helpen met boertjes laten of je baby na de voeding te troosten.

    Peuters kunnen zo opgaan in hun spel dat ze niet reageren als je een vraag stelt of instructies geeft. Dat komt omdat ze nog volop aan het leren zijn om snel van de ene activiteit naar de andere over te schakelen.

    Tips

    • Fysiek contact en ooghoogte: Benader je peuter op ooghoogte en raak hem of haar zachtjes aan om de aandacht te trekken.
    • Eenvoudige communicatie: Gebruik korte en duidelijke zinnen om je boodschap over te brengen. Wees duidelijk en concreet in je verzoeken.
    • Overgangen aankondigen: Geef tijdig aan dat er een verandering komt, bijvoorbeeld: ‘Over twee minuten gaan we eten.’

    Driftbuien zijn normaal in de peuterfase en ontstaan vaak doordat peuters hun emoties nog niet goed kunnen reguleren.

    Tips

    • Blijf kalm: Jouw rustige reactie helpt je peuter te kalmeren.
    • Erken gevoelens: Benoem wat je ziet: ‘Ik zie dat je boos bent omdat je geen snoep mag.’
    • Bied keuzes: Geef je peuter een gevoel van controle door bijvoorbeeld te vragen: ‘Wil je een appel of een banaan?’
    • Positieve bekrachtiging: Prijs gewenst gedrag om het te versterken.

    Ontwikkelt je kind een voorkeur voor één ouder en vindt de andere ouder moeilijk verbinding? Dat komt regelmatig voor en is een normale fase in de ontwikkeling van je kind. Al kan het soms voor spanningen zorgen binnen jullie gezin.

    Tips

    • Blijf kalm en begripvol: Het is belangrijk om de voorkeur van je kind niet persoonlijk op te vatten. Favoritisme is vaak tijdelijk en geen reflectie op jouw liefde of vaardigheden als ouder.
    • Stimuleer gelijkwaardige betrokkenheid: Zorg ervoor dat beide ouders actief deelnemen aan routines en activiteiten, zodat je kind leert om met beide ouders een sterke band te ontwikkelen.
    • Creëer individuele momenten: De ouder met wie het kind minder verbinding voelt, kan proberen om speciale één-op-één-tijd door te brengen, zoals samen spelen, wandelen of een boek lezen.
    • Werk als een team: Laat je kind zien dat beide ouders samenwerken. Als de favoriet een verzoek krijgt, kan die bijvoorbeeld zeggen: ‘Dat kan je met mama/papa doen’.
    • Erken en benoem gevoelens: Als je kind bijvoorbeeld weigert om door de 'niet-favoriete ouder’ naar bed gebracht te worden, kan je zeggen: ‘Ik begrijp dat je graag wilt dat papa het doet, maar ik ben er ook om voor je te zorgen en het samen fijn te maken’.

    Jonge kinderen zijn hun taalvaardigheid en emotionele bewustzijn nog volop aan het ontwikkelen. Ze vinden het nog moeilijk om hun ervaringen en gevoelens onder woorden te brengen. Dat ze soms weinig vertellen, is dus niet ongewoon. 

    Tips

    1. Creëer een veilige en open omgeving: Zorg voor een sfeer waarin je kind zich comfortabel voelt om te praten. Luister zonder te oordelen en toon geduld als je kind iets deelt.
    2. Stel geen open vragen: Vraag niet: Hoe was je schooldag? Maar wel: Wat was het leukste dat je vandaag hebt gedaan op school? Dat moedigt je kind aan om in detail te treden.
    3. Deel je eigen ervaringen: Vertel je kind over je eigen dag of gevoelens op een manier die voor hen begrijpelijk is.
    4. Respecteer de grenzen van je kind: Forceer je kind niet om te praten als het daar niet klaar voor is. Laat weten dat je er altijd bent wanneer het wil praten.

    Bronnen: Agentschap Opgroeien, Kind en Gezin, Gezondheidsportaal België