'Ik hou mij er toch niet aan.' Voor 73% van de studenten die geen planning maken, is dat de voornaamste reden. Dat blijkt uit de grote studentenbevraging van Teleblok. En toch is een planning opmaken voor de meeste studenten de beste manier om efficiënt te studeren. Waar kun je extra op letten om van die planning toch een succes te maken?
Studenten die hun examenplanning minstens een maand voor het eerste examen opmaken, hebben vaker het gevoel dat ze:
Het loont dus om er op tijd aan te beginnen.
Een examenplanning opmaken is onderdeel van de voorbereiding op de examens: je bouwt een overzicht van al het werk dat je te doen staat. Dat geeft je druk (‘oei, ik heb best wel wat te doen’) en motivatie (‘ik weet precies wat ik moet doen’). Zo maakt die planning je productiever.
Als je op tijd begint, kan je het blokken rustig opbouwen.
Je gaat op fietsvakantie naar het zuiden van Frankrijk. De hele trip in één keer doen is onmogelijk, dus bepaal je op voorhand de route en de tussenstops. Zo ben je op tijd op je bestemming. Je weet hoeveel kilometer je elke dag moet fietsen. Doe je er te weinig? Dan moet je er de volgende dag extra doen.
Hetzelfde geldt voor je examenplanning: je bepaalt de grote lijnen op voorhand. Zo kun je inschatten of je op tijd op je bestemming geraakt.
Bepaal voor jezelf tussentijdse doelen. Bijvoorbeeld: verzamel al de cursusmaterialen voor 15 mei of structureer de cursus psychologie voor half mei.
Maak je planning de volgende twee weken veel concreter: kap al je werk in kleine taken. Zo maak je het werk haalbaarder en overzichtelijker.
‘Geschiedenis blokken’ klinkt niet echt sexy en motiverend als taak. Je zult gemakkelijker beginnen als je dat opsplitst in subtaken:
Bij concrete taken weet je meteen wat je moet doen. Ze zijn ook sneller afgewerkt. Elke afgevinkte taak geeft je motivatie om verder te doen. Wissel af en toe van studeertechniek. Dat zal de routine doorbreken, waardoor je meer focus kunt houden.
Bouw je je planning op? Dan geef je jezelf een soort startsein: vanaf nu beginnen we! Verschiet niet meteen al je kruit. Bouw je inzet op, zodat je niet oververmoeid geraakt. Voorzie een buffer. Zo hoef je niet telkens een nieuwe planning te maken bij een onverwachte wending.
Reserveer elke week een uur of twee om je planning te bekijken. Doe dat op een vast moment, bijvoorbeeld zondagavond. Kijk even terug naar de voorbije week. Wat liep goed? Wat waren fijne momenten? Kon je alles doen? Had je meer of minder tijd nodig dan gepland? Wat hielp je en wat hinderde je?
Bekijk ook de komende twee weken. Welke deadlines zijn er? Maak de planning van de volgende dagen concreet.
Een wekelijks planmoment helpt je om sterker te worden in het plannen. Je leert gaandeweg beter in te schatten wat haalbaar is, wat jouw tempo en capaciteiten zijn en waar mogelijke valkuilen liggen.
Zit je toch achter op schema? Geef niet op en werk verder met je planning. Probeer dit stappenplan om terug op de route te geraken.
Bron: Teleblok samen met Awel