6 vragen over het vernieuwde bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker
Sinds 1 januari 2025 wordt het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker voor vrouwen tussen 30 en 64 jaar om de vijf jaar aanbevolen en niet langer om de drie jaar. Hoe komt dit en is die tussentijd nu niet te lang? Zes vragen voor jou beantwoord.
1) Hoe verloopt het onderzoek naar baarmoederhalskanker?
De arts opent met een speculum de vagina en baarmoederhals en haalt wat oppervlakkige cellen van de binnenzijde van je baarmoederhals weg om te laten onderzoeken in een labo. Dit zogenaamde uitstrijkje is momenteel de enige manier om afwijkingen op te sporen die tot baarmoederhalskanker kunnen leiden. Een uitstrijkje laten afnemen is in principe een vrij eenvoudig en pijnloos onderzoek. Het kan soms kleine ongemakken zoals licht bloedverlies met zich meebrengen.
Als het uitstrijkje geen HPV bevat, is het veilig om 5 jaar te wachten voor een nieuwe test. Dat heeft wetenschappelijk onderzoek aangetoond.
2) Waarom gebeurt dit bevolkingsonderzoek voor vrouwen van 30 tot 64 voortaan om de vijf jaar?
Het uitstrijkje wordt voortaan anders getest. Voor 2025 werd het uitstrijkje in het labo eerst onderzocht op afwijkende cellen. Sinds 2025 wordt onmiddellijk nagegaan of in het uitstrijkje het hoog-risico HPV aanwezig is. Want bepaalde types van dit Humaan Papillomavirus zorgen er vaak voor dat afwijkende cellen ontstaan die kunnen uitgroeien tot baarmoederhalskanker. Wordt in het uitstrijkje het hoog-risico HPV ontdekt, alleen dan gebeurt verder onderzoek op afwijkende cellen. Worden het HPV of afwijkende cellen aangetroffen, dan wijst dit nog niet op kanker. Er is wel een vervolgonderzoek nodig.
Als het uitstrijkje geen HPV bevat, is het veilig om 5 jaar te wachten voor een nieuwe test. Dat heeft wetenschappelijk onderzoek aangetoond. Het risico op baarmoederhalskanker is dan zeer laag want de HPV-test is zeer gevoelig. Baarmoederhalskanker groeit heel langzaam.
Vrouwen tussen 30 en 64 die de eerste maal een uitstrijkje laat maken na 1 januari 2025, doen dat wel nog éénmalig drie jaar na het vorige.
3) Vrouwen tussen 25 en 29 laten zich wel het best om de drie jaar testen. Vanwaar dit verschil?
Voor vrouwen in deze leeftijdsgroep wijzigt de test van het uitstrijkje niet. Het wordt eerst onderzocht op afwijkende cellen. Pas als die aanwezig zijn, wordt het staal ook getest op het Humaan Papillomavirus.
Bij de eerste seksuele contacten wordt het lichaam voor de eerste keren ook blootgesteld aan verschillende types HPV. Als het uitstrijkje van vrouwen jonger dan 30 jaar wordt onderzocht op HPV, is de kans groot dat die ook worden aangetroffen. Maar het lichaam ruimt die bij jonge vrouwen vaak zelf op. Een te grote groep zou zich bij een HPV-test nodeloos ongerust maken of misschien onterecht behandeld worden. Onder de 30 jaar zijn de nadelen van de HPV-test dus groter dan de voordelen, als er geen afwijkende cellen zijn.
Bij jonge vrouwen wordt het uitstrijkje getest op afwijkende cellen. Zijn die niet aanwezig? Dan herhalen ze deze screening om de drie jaar.
4) Word ik uitgenodigd voor dit onderzoek of moet ik de timing zelf bijhouden?
Als je op de vooropgestelde termijnen nauwgezet een uitstrijkje van de baarmoederhals laat nemen, krijg je geen uitnodiging om dat te doen. Is dat niet het geval, ontvang je wel een uitnodiging van het centrum voor Kankeropsporing om een afspraak te maken met je huisarts of gynaecoloog voor dat onderzoek. De afspraak maak je zelf op een dag dat je niet ongesteld bent.
5) Hoeveel kost het onderzoek?
Het aanbevolen onderzoek van het uitstrijkje op de vooropgestelde termijnen is gratis. De consultatie voor het afnemen van uitstrijkje betaal je wel aan de huisarts of gynaecoloog.
Bij vrouwen van 30 tot 64 jaar zal het uitstrijkje voortaan alleen getest worden op het HPV. Is deze test negatief dan gebeurt er geen verder onderzoek. Een bijkomende test op afwijkende cellen is dan niet nodig. Sturen artsen of labo’s daar toch op aan tegen wetenschappelijk advies in? Dan zullen vrouwen die extra test ook zelf moeten betalen.
6) Hoe kom ik resultaat te weten?
Enkele weken nadat je het uitstrijkje liet afnemen, krijgt de arts die dat onderzoek deed het resultaat van het labo. Bespreek vooraf hoe en wanneer die je op de hoogte brengt.
Je huisarts ontvangt het resultaat van het Centrum voor Kankeropsporing.