Arts met psychische kwetsbaarheid: ‘Ik ken de hulpverlening van beide kanten’

Maarten Sabbe (32) kent de hulpverlening als arts en patiënt. Hij is openhartig over zijn strijd met mentale gezondheid. ‘Het gaat met ups en downs.’ Daarover getuigt hij in het boek dat verschijnt naar aanleiding van de twintigste verjaardag van Te Gek!?, samen met bekende gezichten zoals Selah Sue en Guy Swinnen.

Tekst: Elien Steen

Beeld: Frederik Beyens

Leestijd: 4 min

25/10/2024

Onverwachte avond

Maarten zijn mentale gezondheid begon te wankelen tijdens zijn tweede jaar geneeskunde. ‘Alles leek goed. Ik had veel vrienden en woonde voor het eerst op mezelf. Maar op een avond voelde ik mij plots depressief, zonder aanleiding. Ik was daar erg van geschrokken. De volgende ochtend was het weer oké, maar die stemmingswisselingen kwamen steeds vaker terug’, vertelt Maarten. Wat de trigger was, weet hij niet. ‘Ik heb een vrij moeilijke jeugd gehad. Er was thuis vaak ruzie en het bleef dan niet altijd bij woorden. Ik probeer nog uit te zoeken in welke mate dat me heeft gevormd.’ 

De eerste stap naar hulp

Met steun van een vriendin zocht Maarten hulp bij Téjo, een organisatie voor jongeren. Het begin van een lange weg van gesprekken met psychiaters, therapieën en twee vrijwillige opnames.

Ondanks de hulp vond Maarten het moeilijk om zijn emoties volledig te uiten. ‘Ik kan zonder probleem aan een psycholoog, psychiater of vrienden rationeel mijn verhaal vertellen, maar me emotioneel blootstellen blijft tot vandaag een uitdaging. Ik kan niet huilen of boos zijn in het bijzijn van anderen. Misschien omdat ik wil voorkomen dat die gevoelens me overmeesteren. Maar zo kunnen ze er natuurlijk ook niet uit.’

Strijd met het systeem

Maarten voltooide zijn opleiding geneeskunde in acht jaar, een jaar langer door een opname in het psychiatrisch centrum Kortenberg. Zijn ervaringen motiveerden hem om jeugdpsychiater te worden. ‘Ik wou het beter doen dan de hulpverleners die me naar mijn gevoel niet altijd konden helpen. Ze liepen vast op die afgeschermde emoties. Een verkeerde diagnose heeft me ook diep in de put geduwd. Zo’n fout wilde ik als dokter nooit maken’, vertelt Maarten vastberaden.     

Hoewel het werk in de jeugdpsychiatrie hem goed afging, maakten lange shiften het moeilijk. En dan waren er nog de wachtlijsten. ‘Het lukte redelijk goed om de ervaringen van mijn patiënten los te koppelen van mezelf. Maar dat sommige kinderen lang moesten wachten op hulp, frustreerde me enorm’, zegt Maarten.

Na een periode van uitval gaf Maarten zijn roeping een nieuwe kans in Rotterdam, maar hij kon er moeilijk aarden. ‘Ik wist niet wat ik dan wel moest doen en belandde in een zwart gat. Ik ging opnieuw in dagopname voor een jaar, maar door de financiële zorgen na een lange tijd zonder inkomen kon ik moeilijk tot rust komen.  Dat was het moment waarop ik besloot om het roer om te gooien: ik sloot het hoofdstuk als psychiater af en schoolde me om tot arbeidsarts’, blikt Maarten terug. 

Een nieuwe weg

Het werk als arbeidsarts lag hem beter. Geen verlammende ambities meer, maar voldoening in het helpen van mensen. ‘Mentale problemen zijn vaak onzichtbaar, wat het moeilijk maakt voor zowel werkgever, werknemer als hulpverlener. Ook de patiënt zelf verwacht vaak te veel. Bij een gebroken heup snap je dat je rust nodig hebt, maar bij mentale problemen niet altijd. Het is belangrijk om te horen dat je niet alles meteen hoeft te regelen. Mensen nemen die boodschap makkelijker aan van mij omdat ze weten dat ik spreek uit ervaring.’

Toch is het een uitdaging als hij zelf niet goed in zijn vel zit. ‘Als het moeilijk gaat met mij, kan ik minder goed anderen ondersteunen. Dat merkte ik steeds meer het afgelopen jaar.’

Het gaat met pieken en dalen. ‘Vijf maanden geleden ging het goed. Ik trouwde en ging op huwelijksreis. Maar nu ben ik weer thuis met ziekteverlof.’

Kracht uit liefde en sport

De belangrijkste steun voor Maarten is zijn vrouw. Ze motiveert me zonder te pushen en is er onvoorwaardelijk voor mij in moeilijke periodes’, spreekt hij dankbaar uit. 

Daarnaast ontdekte hij zijn liefde voor fietsen via Te Gek!?, een organisatie die mentale gezondheid bespreekbaar maakt via campagnes en activiteiten. ‘In de wachtzaal van de psychiater zag ik een oproep om mee te fietsen met de Tour de France. Ik zei ja en dat zette veel in beweging: het was een onvergetelijke ervaring om samen met een groepje jongeren een hoge col op te fietsen en plezier te maken. Sindsdien heb ik de fietsmicrobe te pakken en helpt het me om tot rust te komen. 

Zonder Te Gek!? had ik waarschijnlijk in de zetel gezeten met pizza en mijn PlayStation. Het leven draait om op het juiste moment ja te zeggen als er iets langskomt dat het leven mooier maakt, dat leerde ik toen.

Hou vol

Maarten benadrukt het belang van trouw blijven aan jezelf. ‘Met zoveel labels en diagnoses raak je jezelf soms kwijt. Blijf in jezelf geloven en blijf proberen, zelfs als je al honderd dingen hebt geprobeerd. Geef het 101ste een kans, je haalt altijd iets uit nieuwe ervaringen.’