Eenzaamheid is van alle leeftijden
Eenzaamheid loert op elke leeftijd om de hoek. Zelfs op momenten waarop je geacht wordt alleen maar gelukkig te zijn. Hoe ga je daarmee om? We vragen het aan professor psychologie Luc Goossens.
Wie alleen is, voelt zich eenzaam. Klopt dat of moeten we een onderscheid maken?
Luc Goossens: ‘Dat is niet hetzelfde. Bij eenzaamheid ervaar je negatieve gevoelens omdat je ontevreden bent over je relaties. Je voelt niet de verwachte connectie, mist diepgang hoewel je er toch energie in steekt. Wat je van je relaties verwacht, is niet in evenwicht met wat je effectief ervaart. Je voelt je in de steek gelaten. Ook in groep kan het gevoel van eenzaamheid opspelen. Eenzaamheid is een persoonlijke ervaring, een subjectief gevoel.’
‘Alleen zijn betekent dat er niemand in de buurt is. Dat is een objectief gegeven. Het kan negatief maar ook positief zijn. Er zijn immers mensen die graag alleen zijn. Voor anderen kan het overkomen dat ze eenzaam zijn. Maar als je met hen praat, blijkt dat helemaal niet het geval te zijn.’
Eenzaamheid is vaak een fase in het leven en het gevoel komt vooral bij belangrijke veranderingen bovendrijven
Luc Goossens
Wanneer dreigt eenzaamheid toe te slaan?
‘Het is vaak een fase in het leven en het gevoel komt bovendrijven op elke leeftijd, vooral bij belangrijke veranderingen. Studenten die op kot gaan of naar het buitenland trekken, bij een huwelijk of geboorte, als mensen met pensioen gaan … Meestal duurt eenzaamheid dan niet lang.
Niet alleen in moeilijke situaties maar ook bij blije gebeurtenissen loert het gevoel van eenzaamheid om de hoek. Je bent pas mama geworden en voelt je onzeker maar je kan of durft dat niet te delen. Je bent net getrouwd en hebt torenhoge verwachtingen maar het is moeilijk om die allemaal na te komen. Dan kan eenzaamheid je overvallen. Dat is een gevoel van gemis, van tekort. Tegelijk is het een trigger om weer betekenisvolle contacten te zoeken.’
‘Voor sommige mensen bijvoorbeeld chronisch zieken of mensen in armoede ligt het moeilijker. Hun contacten verwateren. Fysieke of financiële beperkingen kunnen deelnemen aan de samenleving en zo nieuwe mensen ontmoeten in de weg staan. Dan dreigt langdurige eenzaamheid.’
Toch blijkt uit onderzoek dat eenzaamheid vooral bij jongeren toeneemt? Zijn sociale media de boosdoener?
‘Sociale media verantwoordelijk stellen voor de toename van eenzaamheid bij jongeren is te kort door de bocht. Uiteraard is fysiek contact onvervangbaar. Maar veel van de personen die jongeren online contacteren, zien ze ook fysiek. Sociale media zijn bovendien een middel om het fysiek contact vast te leggen en uit te breiden. Sociale media bieden bijzondere kansen om elkaar te blijven horen en zien. En niet alleen voor jongeren. Belangrijk is wel om waakzaam te blijven voor de manier waarop jongeren ermee omgaan. Zich voortdurend meten met anderen kan net eenzaamheid in de hand werken.’
‘De groep volwassenen die zich eenzaam voelt, wordt niet groter. Zij hebben al eerder problemen in het leven moeten aanpakken. Jongeren hebben die vaardigheden nog niet.’
Wat doe je als je worstelt met eenzaamheid?
‘Begin met dat gevoel van eenzaamheid voor jezelf te durven toegeven. Laat het toe en praat erover. Bij unieke belevenissen bijvoorbeeld een geboorte ligt dat extra moeilijk. Dan ben je toch alleen maar gelukkig? Een student vertelde hoe moeilijk die het had tijdens zijn studies in het buitenland. Dat werd bijna weggewuifd. In het begin kan het lastig zijn, maar het moet toch leuk geweest zijn, was een weerkerende reactie.’
‘Onderneem actie en stel je verwachtingen bij. Overloop bijvoorbeeld je contacten en probeer weer aansluiting te zoeken. Doe weer iets wat je voordien wel deed maar nu niet meer. Medicatie mijd je beter. Korte periodes van eenzaamheid horen bij het leven. Dat gevoel trachten te bannen, is niet realistisch. Het is goed dat het met campagnes zoals de Warmste Week bespreekbaar wordt. Want als we er meer over praten, dan zullen we horen dat veel mensen in hetzelfde schuitje zitten.’
Professor Luc Goossens
Professor emeritus psychologie KU Leuven