Wat kindertekeningen ons leren over oud worden en dementie

Hoe kijken kinderen naar de ouderen van vandaag? Sociaal wetenschapper Dr. Kasper Bormans onderzocht het aan de hand van tekeningen van 100 kinderen. Covid legde het onderzoek noodgedwongen even stil, maar zorgde voor een opvallende doorbraak. Na die periode tekenden kinderen de oude mensen opvallend kleiner. Wat leren we daaruit?

Wat kindertekeningen ons kunnen leren over oud worden en dementie

Tekst: Marion Aussems & Martine Creve

Beeld: Kasper Bormans

Leestijd: 3 min

06/09/2023

Kasper Bormans: ‘De fysieke afstand tijdens covid zorgde voor een psychische afstand tussen kleinkinderen en grootouders. In de top drie van het gemis bij kinderen tijdens de coronagolven stond het contact met opa en oma, naast het gemis aan vrienden en activiteiten. Dat gemis spiegelde zich af in de tekeningen die kinderen vlak na de coronaperiode inleverden: de oude personen waren beduidend kleiner, gemiddeld tot 33 procent.’

‘Een verontrustende ontdekking, want kleiner wordende figuren in kindertekeningen zijn volgens de klinische psychologie een signaal van afstandelijkheid en afnemende betekenis. De kinderen ontwikkelden blijkbaar onbewust een meer negatieve kijk op oude mensen.’ Kasper ziet hierin mogelijkheden: ‘Ik wil van de OEI naar WAW gaan. Hoe dichter je generaties fysiek bij elkaar brengt, hoe dichter ze ook psychisch met elkaar verbonden zullen zijn.’

Hiernaast zie je acht tekeningen die Lucas (10 jaar) maakte.

De kinderen kregen vier opdrachten: teken een bejaarde persoon die iets aan het doen is, teken een bejaarde persoon die gezond en gelukkig is, teken een bejaarde persoon die ongezond en ongelukkig is en teken een eigen grootouder. De bovenste vier tekeningen maakte Lucas voor de covidperiode, de onderste vier erna. Hier zie je duidelijk hoe afstand de beeldvorming kleiner maakt. Bij alle 100 kinderen die tijdens dit onderzoek tekeningen maakten, kwam dit fenomeen voor.

Onbevangen kijken naar dementie

In de coronaperiode kon het niet anders, maar waar mogelijk is nabijheid dus belangrijk. ‘Menselijk contact is een cruciaal onderdeel van levenskwaliteit’, benadrukt Kasper. ‘Het is jammer dat kinderen in probleemsituaties, zoals bij dementie, vaak aan de kant worden geschoven. Gaan jullie maar spelen, dan zullen wij dit als volwassenen wel even oplossen. Dat is een gemiste kans. Kinderen zitten immers boordevol positieve eigenschappen, zoals humor, inlevingsvermogen, enthousiasme, spontaniteit, bevlogenheid en nieuwsgierigheid. Eigenschappen die wij als samenleving nodig hebben om met uitdagingen als dementie om te gaan. Ook als oma en opa ziek worden, blijf je kinderen dus best betrekken.’

‘We kunnen zoveel van kinderen leren, als we beter naar hen zouden luisteren. Kinderen kunnen verborgen hulpbronnen zijn. Een kind kijkt bijvoorbeeld oude mensen recht in de ogen als ze met hen praten. Wij kunnen daarvan meenemen: niet wegkijken van de mens achter dementie.’

Een startpunt 

En wat als we kinderen meer in contact brengen met oude mensen? Kasper nam de proef op de som en liet kinderen op een onderbouwde manier spelletjes doen en wandelingen maken met ouderen. Daarna liet hij de kinderen opnieuw tekeningen maken. Het resultaat: ze tekenden de ouderen groter. 

‘Dat is een hoopvol signaal’, concludeert Bormans. ‘Nu brengt een klas misschien eens een bezoekje aan het woonzorgcentrum, eerder als uitzonderlijke activiteit. De ontmoeting zou geen eindpunt, maar een startpunt kunnen zijn. Persoonlijke interactie kan een grote impact hebben op de leefwereld van jong en oud. De tekeningen bevestigen dat.’

Bormans: ‘Zolang er voor dementie geen medicijn is, is de medemens nog altijd het beste medicijn. Elk kind krijgt gemiddeld te maken met één grootouder met dementie en dat aantal zal alleen maar toenemen. Het is dus belangrijk dat kinderen ook contact houden met die grootouder met dementie. Zo blijft het beeld vertrouwd en hun communicatie spontaan.’

‘We communiceren immers niet met iemand maar met het beeld dat we van iemand hebben. Als we die beeldvorming al vroegtijdig bij kinderen - maar ook bij hun ouders en leraren - kunnen bijsturen, leren we met z’n allen beter omgaan met ouderen en met mensen met dementie.’

Kasper Bormans

Dr. Kasper Bormans (KULeuven) is onderzoeker aan Universiteit Maastricht en auteur van toegankelijke boeken als 'Wat Alz?' en 'Tijd maken voor mensen met dementie'. Meer op www.kasperbormans.be.