Ken of ben je iemand met een eetstoornis?

Vanaf februari kunnen jongeren tot en met 23 jaar in een zorgtraject voor eetstoornissen stappen. Een goede zaak, want sinds corona kampt 1 op 5 jongeren hiermee. An Vandeputte, oprichter van Kenniscentrum Eetexpert, legt uit hoe je een eetstoornis herkent en wat je eraan kan doen.

Wat moet je doen als je een eetstoornis hebt?

An Vandeputte: ‘Als je je niet goed in je vel voelt, raad ik aan om te praten met de CLB-medewerker op school, je huisarts of met een eerstelijnspsycholoog. Die vind je via je school of huisarts. Je kan met hen babbelen, ook zonder dat je aan iets ernstig denkt. Gewoon: 'Hey, ik voel met niet zo lekker'.'

‘Als je zeker bent dat je een eetstoornis hebt en je wil hulp, dan kan je bij de huisarts vragen naar een zorgtraject eetstoornissen of kan je Eetexpert contacteren. Je krijgt een lijst met met gespecialiseerde psychologen en diëtisten of we kunnen je doorverwijzen naar een hulpverlener in je buurt. Geen zorgen: deze wordt terugbetaald.’

Wat moet je doen als je iemand kent met een eetstoornis?

‘Uit onze bezorgdheid hebben we de neiging om altijd te willen praten over het stukje dat ons zo ongerust maakt over iemand. Maar dat werkt verstikkend.’

‘Ook al heeft iemand een probleem, die persoon wil zelf kapitein blijven over zijn leven. Maar dat kan heel eenzaam voelen en dan komt een supporter goed van pas. Probeer een houvast te zijn, vraag wat je kan doen. Natuurlijk mag je je zorgen uiten, maar praat ook over dingen die wel goed gaan.’

Hoe kan je genezen?

‘70 procent van de mensen met een eetstoornis herstelt. Het is wel belangrijk dat je zo snel mogelijk hulp zoekt als je vermoedt dat je een eetstoornis hebt, want een eetstoornis wordt hoe langer, hoe complexer.’

‘Er is veel goede hulp, ook in jouw omgeving en ambulant. Dan hoef je niet te worden opgenomen in een gespecialiseerde kliniek om te genezen van een eetstoornis. Je kan herstellen in de eigen omgeving met behulp van een arts, een gespecialiseerde diëtist en psycholoog.’

‘Als je een eetstoornis hebt, heeft dat impact op minstens 3 terreinen: op de fysieke gezondheid, op het eetgedrag en op je psychosociaal welzijn. Daarom is een team van verschillende zorgverleners die samen bekijken waar jij nood aan hebt belangrijk.’

‘Een arts volgt je medische gezondheid op, een diëtist helpt om je eetvaardigheden en gewicht te herstellen en  een psycholoog leert je omgaan met je emoties, lichaamsbeleving en zelfbeeld. Sommige patiënten hebben ook een kinesist of psychomotorische therapeut nodig .’

    Zorgtraject

    Vanaf 1 februari 2024 kan je arts een zorgtraject voor ambulante zorg opstarten.

    Wat wil dat zeggen?

    Ben je 23 jaar of jonger en kamp je met een eetstoornis? Dan kan de arts(-specialist) bij wie je op consulatie ging vanaf nu een zorgtraject opstarten. Dat wil zeggen dat die arts een team samenstelt met een diëtist en psycholoog. Dat team spreekt met elkaar af wat voor jou de beste zorg is om aan de eetstoornis te werken. Om die zorg te krijgen, word je niet opgenomen in een ziekenhuis. 

    👉 Je krijgt 15 sessies bij de diëtist terugbetaald, 2 sessies van 1 uur en 13 sessies van 30 minuten.
    👉 Bij de psycholoog heb je recht op een terugbetaling tot 20 sessies.

Welke kansen biedt het zorgtraject?

‘Het zorgtraject is een goede zaak, want het duurt even om te herstellen. Een eetstoornis grijpt in en kost veel om te behandelen. Door die hoge kostprijs, stellen mensen die zorg zo lang mogelijk uit. Maar net dat maakt de eetstoornis complexer en het genezingsproces moeilijker. Het zorgtraject kan ervoor zorgen dat je sneller hulp krijgt.’

‘Ook zorg dicht bij huis wordt makkelijker. Tot voor kort werden jongeren met een eetstoornis opgenomen in een ziekenhuis met een gespecialiseerde afdeling. Er komt meer ambulante zorg, in de eigen omgeving.’

‘Ook voor een nieuw groepsaanbod voor ouders en families is er nu meer ruimte. In die programma’s wordt het gezin betrokken bij het herstel van de eetstoornis. Want voor de ouders, broers en zussen van de patiënt heeft iemand zien lijden ook een impact.’