Slaap: wat is het?

De eerste fase is de doezelslaap. Tijdens deze eerste fase maak je de overgang tussen wakker zijn en slapen. Je kunt je ogen niet meer open houden, sluimert wat en valt uiteindelijk in slaap. Je slaap is nog erg licht zodat je heel gemakkelijk weer wakker wordt. Deze fase duurt meestal slechts enkele minuten.

De tweede fase is de lichte slaap. Tijdens deze fase worden je spieren meer ontspannen en adem je rustiger.

Daarna volgt de derde fase, de diepe slaap. Na ongeveer een halfuur lichte slaap, kom je in een diepe slaap terecht. Je lichaam ontspant zich volledig en bouwt energie op voor de volgende dag. Tijdens je diepe slaap word je niet gemakkelijk wakker. Wie dan toch gewekt wordt, kan zich gedesoriënteerd of slaapdronken voelen.

Tot slot is er de vierde fase, de droomslaap of de REM-slaap. REM staat voor ‘Rapid Eye Movement’ en verwijst naar de snelle oogbewegingen die je tijdens deze fase van de slaap maakt. Je ademhaling en hartslag worden onregelmatig, de spieren van je armen en benen zijn heel ontspannen en je hersenen zijn erg actief. De droomslaap is heel belangrijk voor je hersenen. Het is in deze fase dat ze de gebeurtenissen en informatie van de dag verwerken en ordenen. Als je tijdens je droomslaap wakker wordt, ben je meteen helemaal wakker omdat je hersenen al zo actief zijn.