Psychologische hulp: 'Het gesprek met de psycholoog was een openbaring'

Toen ze 15 was, verloor Caroline Stroobants (25) van de ene op de andere dag haar beste vriendin. ‘Haar dood zette mijn leven stil, maar de wereld draaide gewoon verder.’ Caroline ging door een diep dal. Pas anderhalf jaar later kreeg ze de gepaste hulp.

Tekst: Bram Dehouck

Leestijd: 3 min

12/03/2024

7 mei 2013 staat in Carolines geheugen gegrift. Op weg naar school werd haar vriendin aangereden door een vrachtwagen. Ze overleed ter plaatse. 

‘We kregen het nieuws op school te horen, die dag was er geen les meer. De volgende ochtend was alles weer zoals voorheen. De lessen, de sportclub … het ging allemaal gewoon door. Alsof er niets gebeurd was.’

Verdriet onder vrienden

Terwijl het dagelijkse leven voortraasde, worstelde Caroline met haar verdriet en de leegte. Ze vond enige steun bij haar vriendengroep. 

‘Door het ongeval waren wij hechter geworden. Maar het leek alsof de volwassenen onze vriendengroep zagen als dé oplossing voor ons verdriet. Hoe het echt met ons ging, werd nooit gevraagd. Die verwerken dat onder elkaar wel.

Dat bleek een overschatting te zijn. ‘Ook al waren we vrienden, we zaten toch elk apart vast in ons verdriet. Als vijftienjarigen waren we niet in staat om daar diepgaand met elkaar over te praten. We waren mentaal niet rijp genoeg, we hadden geen idee wat we moesten doen.’ 

Steeds nieuwe golven

Stilaan begon Caroline te geloven dat ze het zelf maar moest oplossen, want ook thuis werd er niet over haar gevoelens gepraat. ‘Het zal minderen en weggaan, dacht ik. Ik zou mijn plekje wel vinden, er af en toe aan terugdenken, maar het zou wel goedkomen.’

Maar het kwam niet goed. Integendeel, Caroline zakte steeds dieper weg. ‘Zolang ik er van buiten maar uitzag als een doorsnee kind, was alles in orde, dacht ik.' 

'Ik deed het noodzakelijke wat er van me verwacht werd, en verborg mijn verdriet zo veel mogelijk. Verder zonderde ik me af en sliep ik veel. Het is een zee waarin je verdrinkt, met steeds nieuwe golven. En je hebt het pas door als het te laat is.’

Vertrouwen in leerkracht

Uiteindelijk begrepen ook Carolines ouders dat de impasse waarin ze verzeild was geraakt, niet vanzelf zou overgaan. ‘Ze raadden me aan een leerkracht in vertrouwen te nemen.' 

'Dat werd de godsdienstleerkracht, een kleurrijke, alternatieve vrouw die ik vertrouwde. Zij heeft het CLB (Centrum voor Leerlingenbegeleiding, nvdr.) gevraagd om me uit te nodigen voor een gesprek.’

Dat Caroline zich moest openstellen voor haar leerkracht was een stresserend moment. ‘Het is moeilijk om toe te geven dat het slecht met je gaat.' 

'Je doorbreekt het beeld dat anderen van je hebben, en het beeld dat je van jezelf wil ophangen: dat je een doodgewone, normale tiener bent. Plots zijn er ogen op je gericht, je hebt een probleem, je wordt een probleem. Het is veel comfortabeler om in je eigen bubbel te blijven hangen.’

Een gigantische revolutie

De gesprekken met de psycholoog van het CLB waren een openbaring voor Caroline. ‘Ik heb er op een zeer laagdrempelige manier leren omgaan met emoties en rouw.' 

'Het was een gigantische revolutie in mijn leven. Ik begreep ook dat het een investering op de lange termijn was. Het maakte de drempel lager om over andere zorgen te praten.’

Want die drempel valt niet te onderschatten. ‘Voor een jongere is het een grote stap om rechtstreeks hulp te zoeken bij volwassenen die autoriteit hebben. Het is daarnaast ook niet altijd evident om je ouders in te lichten.’

Weten waar naartoe

Caroline ziet een oplossing in een open ruimte. ‘Een veilige, warme ruimte waar je naartoe kan om tot rust te komen, waar je niet hoeft te praten behalve als je dat zelf wil. De school is daar een ideale plek voor, want je bent er al vijf dagen op zeven.’

‘Het had mij enorm geholpen als ik sneller zo’n plek had gevonden. Dan had ik nooit zo diep gezeten. Ik had geen flauw benul hoe of waar ik hulp kon zoeken.' 

'Ik hoop dat jongeren nu en later wel sneller hulp vinden, en weten waar ze naartoe moeten. En dat er proactief aandacht gaat naar hoe je omgaat met rouw en mentale problemen. Want iedereen wordt er ooit mee geconfronteerd.’