‘Hoogbegaafdheid zorgt niet dat je alles vanzelf kan of weet’
De meningen over hoogbegaafdheid lopen sterk uiteen. De ene vindt het fantastisch dat je zogezegd 'alles' weet. De andere is eerder terughoudend en vreest voor sociale problemen. Maar zijn die meningen gestoeld op enige kennis? Kathleen Venderickx, bestuurder bij expertisecentrum Exentra, geeft ons een inkijk in een hoogbegaafd brein.
Je laten testen is niet altijd nuttig
Kathleen Venderickx
Kathleen steekt van wal met enkele cijfers: ‘Ongeveer 2,5 procent van alle Vlamingen is hoogbegaafd. Dat is één hoogbegaafde per veertig personen, meer dan je denkt dus.’ Ook jij hebt waarschijnlijk hoogbegaafden in jouw omgeving. Maar hoe herken je hoogbegaafdheid?
Meer dan slim
‘Vergis je niet. Een IQ van 130 of meer is slechts een klein onderdeel van hoogbegaafdheid. Hoogbegaafde personen denken niet alleen sneller, ze zijn ook creatiever. En dan heb ik het over out-of-the-box denken, oplossingen zien waar niemand anders aan denkt. Ook zijn ze extreem gemotiveerd als een thema hen interesseert. Zo kan een hoogbegaafde uren blijven verder werken tot een project helemaal perfect is.’
Maar het gaat over meer dan vlug verbanden leggen. Een snel functionerend brein heeft ook een invloed op je persoonlijkheid. Als hoogbegaafde heb je bijvoorbeeld niet alleen meer inzicht, maar maak je je ook meer zorgen. Om die reden zijn sommige hoogbegaafden echte piekeraars.
Ook kritisch denken is heel typisch voor een hoogbegaafde. Mensen vinden hen soms arrogant. ‘Het lijkt inderdaad alsof de hoogbegaafde het altijd beter weet. Nochtans is dat niet zo bedoeld, hun hersenen werken gewoon sneller. Als iemand bijvoorbeeld een voorstel doet, heeft de hoogbegaafde allang gezien waarom die oplossing niet perfect is en wat beter zou werken.’
Meten is weten?
‘Hoogbegaafden beseffen trouwens zelf niet altijd dat hun IQ zoveel hoger is. Sterker nog, sommigen voelen zich dom. Ik herinner me bijvoorbeeld de getuigenis van een kleutermeisje. Tijdens een herfstwandeling vroeg ze aan de juf waarom de blaadjes van de bomen vallen. Haar klasgenootjes stelden geen vragen en gooiden enkel met de blaadjes. Achteraf was het meisje heel onzeker: ze dacht dat ze dom was omdat ze als enige vragen stelde. In haar hoofd kenden haar klasgenoten het antwoord allang en gingen ze daarom onmiddellijk spelen.’
Vindt Kathleen het dan belangrijk dat elke slimme persoon zich laat testen? ‘Niet per se nee. Het enige wat we min of meer objectief kunnen vaststellen is het IQ en zelfs die testen zijn niet sluitend. En wat schiet je op met enkel een labeltje? Herken je jezelf in de kenmerken van hoogbegaafdheid, dan is het veel belangrijker om hier iets mee te doen.'
Niet vanzelf
Het is dus duidelijk dat niet elke hoogbegaafde een soort Einstein is die succeservaringen opstapelt op school en op het werk. Integendeel, sommigen halen niet eens een hoger diploma of hoppen van de ene job naar de andere. Omdat ze zo snel denken, hebben ze nooit ondervonden dat iets bereiken tijd kost. Daar lopen ze tegenaan als ze bijvoorbeeld woordenschat moeten instuderen voor een vreemde taal.
Expertisecentrum Exentra wil daarom hoogbegaafden en hun omgeving ondersteunen. ‘We doen dat door vaardigheden aan te leren en zo om te gaan met de valkuilen.’ En die valkuilen zijn er zeker. Want het is niet omdat je hoogbegaafd bent, dat alles vanzelf gaat. ‘Dat is net de grootste misvatting’, vindt Kathleen.
‘Vergelijk het met een topsporter. Het is niet omdat je een groot turntalent bent, dat je automatisch een podiumplaats haalt bij de Olympische Spelen. Het is enkel door hard te werken en trainen met dat talent dat je het goud kan halen. Ook een hoogbegaafde moet zijn intelligentie voeden en trainen.’