Dwangstoornis: 5 dingen die je moet weten

Personen met een dwangstoornis denken dat ze bepaalde dingen moeten doen om zichzelf gerust te stellen. Psychiater Chris Bervoets, hoofd van het centrum voor dwangstoornissen UPC KU Leuven, legt uit wat een dwangstoornis is, hoe het ontstaat en hoe je er vanaf geraakt.

Dwangstoornis handen wassen kraan

Tekst: Elien Steen

Beeld: Pexels

Leestijd: 3 min

13/05/2024

    ‘2 à 3 procent van de bevolking kampt met een dwangstoornis, ook wel obsessief-compulsieve stoornis genoemd. Zij hebben last van dwanggedachten en/of dwanghandelingen. Voorbeelden van dwanggedachten zijn de gedachten om besmet te raken, om anderen iets aan te doen, een seksuele afwijking te hebben ... De personen beseffen dat deze gedachten raar of overdreven zijn, maar kunnen ze niet uit hun hoofd zetten. Voorbeelden van dwanghandelingen zijn voortdurend schoonmaken, checken en controleren, symmetrisch ordenen, tellen met fixatie op een bepaald getal, alles zeggen wat je denkt …’

    ‘De dwanghandelingen houden de angst onder controle. Bijvoorbeeld frequent je handen wassen uit schrik om besmet te worden. De dwanghandeling kan ook losstaan van de angst. Bijvoorbeeld telkens tot 20 tellen wanneer je bang bent dat je partner iets naars zal overkomen. Deze herhaaldelijke handelingen kunnen een steeds groter deel van de dag innemen, wat een normaal leven moeilijk of onmogelijk maakt.’

    ‘Dwang kan het resultaat zijn van langdurige en niet weggaande stress of traumafactoren. Bijvoorbeeld iemand die beide ouders verliest en opgroeit met veel onzekerheid omdat hij een referentie mist of hij goed bezig is. Daarnaast kan ook een fysiek letsel in de hersenen (bv. na een ongeval, een val, een hersenschudding) aan de basis liggen. Bepaalde zones in de hersenen zijn gevoelig voor het ontwikkelen van dwang als men daar een litteken heeft.'

    ‘Er zijn ook familiale tendenzen zichtbaar. De hamvraag blijft of het vooral om erfelijke of omgevingsfactoren gaat. Er zijn indicaties dat een drietal genen een genetische kwetsbaarheid veroorzaken, maar er is nog een trigger nodig die de symptomen uitlokt.’

    ‘Bij de meeste patiënten start de dwang tussen 10 en 12 jaar, vooral bij jongens, of tussen 18 en 22 jaar, vooral bij meisjes. Meestal bouwen de symptomen langzaam op. Uit schaamte blijft dit vaak onder de radar. Gemiddeld zit er 12 jaar tussen de eerste symptomen en de diagnose en behandeling.’

    ‘In het begin proberen dwangers hun angst te ontlopen. Ze zetten inventief vermijdingsstrategieën in scene. Bijvoorbeeld een bedrijfsleider met smetvrees die geen deurklinken wil vastnemen. Hij zal ervoor zorgen dat hij nooit alleen is in een kamer. Zo kan er steeds iemand anders de deur openen. Door voortdurend met vermijding bezig te zijn, wordt de dwang huizenhoog.’

    ‘Vaak breidt de dwang uit. Het begint bijvoorbeeld met het controleren van de kraan, maar enkele weken later kunnen daar ook de deursloten en vensters bijkomen.’

    ‘Dwang is een chronische aandoening en vraagt een langdurige behandeling, met vallen en opstaan. Enerzijds is cognitieve gedragstherapie een belangrijke pijler. Deze therapie legt de redenering bloot en leert om bij een bepaalde emotie niet altijd een bepaald gedrag te stellen. Daar hoort ook exposure en responsepreventie bij: bijvoorbeeld een persoon met smetvrees in een vuile keuken plaatsen zodat die eraan kan wennen en niet overgaat tot de dwanghandeling.’

    ‘Vaak is er ook medicatie nodig: antidepressiva die op serotonine inwerken. De regel is om voldoende lang en met een voldoende hoge dosis te behandelen. Als je geluk hebt, ben je na zes maanden van de dwang verlost, maar dit kan ook drie jaar duren. Bij 8 op 10 is de combinatie van therapie en medicijnen succesvol.’

    Ook nood aan psychologische zorg? CM betaalt een deel hiervan terug. En je kan bij ons nog heel wat andere zaken terugbetaald krijgen.