Dit gebeurt er met je hart en ademhaling als je knuffelt

Ben jij een knuffelaar of net niet? Wat betekent dat voor je gezondheid? Kijken mensen overal ter wereld hetzelfde naar knuffelen? Prof. dr. Martine Van Puyvelde specialiseerde zich in het belang van fysiek contact en de impact van sociale isolatie. Ze gaat dieper in op het effect van knuffelen.

Tekst: Marion Aussems

Leestijd: 3 min

19/01/2023

Wat gebeurt er in ons lichaam als we knuffelen?

Martine Van Puyvelde: ‘Als we knuffelen, vindt er een belangrijke verandering plaats in ons lijf. Knuffelen stimuleert bepaalde huidzenuwen die ervoor zorgen dat de hartslag en de ademhaling vertragen.’

‘Meer precies zal de coördinatie tussen je hartritme en je ademhaling verbeteren, wat goed is voor je gezondheid. Knuffelen reguleert. Dat principe is trouwens exact waar men bij yoga en meditatie ook naartoe werkt. Knuffels hebben dus hetzelfde effect.’

‘Bovendien hebben knuffels ook een invloed op onze hormonen. Het oxytocinegehalte – het knuffelhormoon – verhoogt en het cortisolgehalte – het stresshormoon – gaat omlaag.’

‘Ook komen er endorfine – het gelukshormoon – en dopamine vrij waardoor je rustig wordt en ook altijd meer knuffels wilt. Dopamine is gelinkt aan alles wat verslavend is. Komt die stof vrij dan wil je er meer van, ook van knuffels dus.’

Martine Van Puyvelde

Martine Van Puyvelde is ontwikkelingspsychologie en professor aan de Vrije Universiteit Brussel. Ze is als gastprofessor verbonden aan de John Moores Universiteit van Liverpool voor haar onderzoek rond fysieke aanraking. Ook is ze onderzoeker voor defensie aan de Koninklijke Militaire school waar ze bestudeert hoe mensen functioneren in extreme omstandigheden.

Hoe ziet de perfecte knuffel eruit?

‘De huidzenuwen die het meest gevoelig zijn voor knuffels bevinden zich in de delen van je lichaam die behaard zijn: je hoofd, je armen, je schouders en je gezicht. Dat zijn sowieso de plekken waar we elkaar het meest aanraken. Dat hebben we intuïtief al zo opgebouwd.’

‘Studies tonen aan dat de ideale knuffelsessie technisch gezien bestaat uit aaiende aanrakingen, met een snelheid van 1 tot 10 centimeter per seconde. Die snelheid zit blijkbaar ook al ingeworteld in ons sociaal gedrag. Ouders zullen bijvoorbeeld hun baby aaien aan die snelheid, partners elkaar ook.’

Is knuffelen iets aangeboren of aangeleerd?

‘Biologisch gezien hebben we allemaal nood aan knuffels. Vergelijk het met een computersysteem dat zo is ingesteld om relaties aan te gaan en een sociaal netwerk op te bouwen. Om niet alleen te zijn.’

‘Evolutionair gezien was het in groep leven noodzakelijk om te overleven. Samen kunnen we meer. Knuffelen stimuleerde ons om contact te blijven zoeken en te onderhouden. Nu denkt ons brein bij knuffels eerder aan vriendschap en een gevoel van samenzijn. En het vermijden van gevoelens van eenzaamheid.’

‘Natuurlijk is er ook het aspect van de opvoeding. Knuffelde je veel of weinig vroeger thuis? Als dat weinig was, ben je er minder mee vertrouwd en doe je het waarschijnlijk minder graag.’

‘Het is niet zo dat dat sowieso een invloed heeft op je geluksniveau nu. Er zijn veel kansen in het leven om anders om te leren gaan met knuffels. En het gaat er ook over hoe je brein dat tekort aan knuffels interpreteerde. Als iets wat oké was, of als iets wat je miste.’

Kun je ook te veel knuffels krijgen?

‘Ja, ook je huidzenuwen kunnen moe worden. Bijvoorbeeld als je iemand te lang op dezelfde plek streelt of als je bijvoorbeeld mentaal overbevraagd wordt doordat anderen de ruimte die je nodig hebt niet respecteren … Dan kan het dat je geen zin meer in knuffels hebt.’

‘Iedereen heeft behoefte aan wij, maar ook aan ik. Zeker introverte mensen, die opladen door alleen te zijn, kunnen hier extra gevoelig aan zijn.’

Is knuffelen in elke regio, land of cultuur even ingeburgerd? Kijken we er hetzelfde naar?

‘Het biologisch pakket dat je meekrijgt, is over alle culturen hetzelfde. Maar dat pakket wordt verder gevormd en gesmeed door de omgeving waarin je je bevindt. Daardoor zijn er veel varianten.’

‘Mensen uit zuiderse culturen bijvoorbeeld zullen meer de neiging hebben om dichter te komen en om sneller iemand vast te pakken dan iemand uit noordelijke streken waar er meer afstand is ingeburgerd. En in de islamitische cultuur vindt men het vaak belangrijk om knuffels binnen familie of heel dichte relaties te houden.’

‘Maar je kunt dat uiteraard allemaal niet veralgemenen. Iedereen zoekt op zijn manier naar een goed mentaal en fysiek welzijn. Binnen het perspectief van wat in de cultuur is toegelaten en beschikbaar is.’

Hoe weet je of iemand wel of niet openstaat voor een knuffel?

‘Dat is vaak een kwestie van aanvoelen. De signalen die je oppikt, hoe iemands lichaamshouding en blik is, of iemand al dan niet zelf toenadering zoekt. Daar is wel live contact voor nodig, we dreigen de feeling ermee te verliezen als er te veel digitaal contact is.’

‘Ik las ergens dat de jongeren van nu meer problemen hebben om face-to-face te flirten. Door het opgroeien met sociale media zouden ze het live contact verleerd zijn. Net zoals je ooit je tafels moest leren, is live sociaal contact hebben ook een leerproces. Als je het niet leert, zul je geneigd zijn om het niet leuk te vinden omdat je het niet kan. En dat zou wel eens voor problemen kunnen zorgen later.’

‘En natuurlijk moet je de signalen ook wel juist oppikken. Door covid en zeker door de metoo-kwestie heeft knuffelen ook een gevaarlijk etiket meegekregen.’

‘Het is vooral de kunst om het bespreekbaar te maken. Na een tijdperk waarin veel bedekt werd, voel je nu aan dat erover gesproken kan en mag worden. Dat er zoveel rond beweegt, toont hoe belangrijk het is voor ons.’