Zo praat je met je kind over seks en grenzen
‘Praten met je kind over seksueel grensoverschrijdend gedrag? Dat begint bij seks bespreekbaar te maken.’ Pedagoog en seksuoloog Karen De Wilde van Sensoa vertelt over taboes, weerbaarheid en grenzen stellen.

Karen De Wilde: ‘Seksualiteit bespreekbaar maken is enorm belangrijk. Start dus al op jonge leeftijd. Kinderen leren ook over seks in de dagelijkse omgang op school en thuis. Ze pikken op hoe we reageren en wat we zeggen. Of juist niet zeggen.’
‘Praat er dus zo veel mogelijk open en positief over. En probeer te vermijden dat je taboes creëert. Geef daarom taal. Benoem bijvoorbeeld het geslachtsdeel van je kind als je het wast: ik ga nu je billetjes wassen en daarna je piemel. Als je er steeds zedig over zwijgt, geef je de boodschap dat het niet bespreekbaar is. Stelt je kind een vraag over seks? Beantwoord die dan. Anders geef je hetzelfde signaal: taboe. Zo ontmoedig je je kind ook om in de toekomst nog vragen te stellen.’
‘Besef dat seksualiteit voor kinderen heel anders is dan voor volwassenen. Voor kleuters is die piemel bijvoorbeeld hetzelfde als een ellenboog. Er zit nog geen seksuele opwinding of fantasie achter. Dus doe er zo normaal mogelijk over.’
Nee zeggen
‘Als je je kind wil leren dat het nee mag zeggen, dan moet die dat ook in een veilige omgeving zoals thuis kunnen oefenen. Wil je kind bijvoorbeeld geen zoen geven aan opa? Draait het zijn hoofd weg? Dan trekt het een grens. Dwing die zoen dan niet af, maar heb er respect voor. Je kind leert zo dat het oké is om grenzen aan te geven.’
‘Dat wil niet zeggen dat je je kind altijd zijn zin laat doen. Leer je kind te onderhandelen en leg uit dat elkaar begroeten beleefd is. Zoek samen naar een alternatief zoals een high five of wuiven.’
‘Een kind leert weerbaar te zijn in de omgang met anderen. Een kind dat zijn grens mag aangeven, leert ook grenzen aanvoelen bij zichzelf en anderen. Als je je eigen grenzen niet voelt, heb je minder benul van de grenzen van anderen. Dat grensgevoel
en grenzen mogen benoemen zijn cruciaal bij de preventie van grensoverschrijdend gedrag.’
Kinderen leren als ze tegen een grens stuiten.
Karen De Wilde
Grenzen herkennen
‘Grenzen leren herkennen en respecteren gebeurt ook in de dagelijkse omgang. Als ouder sta je model. Botst je kind tegen jouw grens door bijvoorbeeld naar je borsten te grijpen terwijl je dat niet fijn vindt? Zeg dan: het is oké dat je borsten
mooi vindt of ze wil aanraken. Maar ik vind dat niet fijn. Zo verwerp je niet het hele gedrag van je kind. Maar je geeft duidelijk een grens aan. Seksuele ontwikkeling is een leerproces. Kinderen leren als ze eens tegen zo’n grens stuiten.’
‘Je kan met je kind ook praten over hoe je grenzen herkent. Stel dat je kind een vriendje wilde knuffelen, maar die wilde dat liever niet. Vertel dan over de reactie van dat vriendje, de signalen die je kon zien. Trok dat vriendje zich terug? Keek het
weg? Of balde die de vuisten? Als je dat merkt, dan wil die niet knuffelen.’
‘Ten slotte kan je je kind ook leren om in zo’n situaties toestemming te vragen. Zeg bijvoorbeeld dat je niet zomaar iedereen mag knuffelen. Veel mensen vinden dat prettig, maar niet iedereen. Vraag dus of je een knuffel mag geven. Als ouder moet je het goede voorbeeld geven. Vraag dus bijvoorbeeld zelf aan je kind: mag ik een knuffel geven voor je gaat slapen?’
Praat erover: 5 tips
Vermoed je dat er iets grensoverschrijdend gebeurd is en wil je daarover praten met je kind? Hou dan rekening met deze tips.
- ‘Laat je emoties zakken en praat er desnoods eerst met iemand anders over. Anders zal je kind die sterke emoties aanvoelen, dat je boos bent bijvoorbeeld. En misschien niet meer durven zeggen wat er gebeurd is. Of zegt die iets dat mogelijk niet waar is.’
- ‘Vraag niet door om alle feiten boven water te krijgen. Als je een idee hebt van wat er gebeurd is en wie erbij betrokken was, neem dan contact op met bijvoorbeeld de school als het daar gebeurd is.’
- ‘Stel open vragen. Wat is er gebeurd? Wie heeft er iets gedaan? Wat heeft die precies gevraagd? Wie nam er initiatief?’
- ‘Stel geen suggestieve vragen. Bijvoorbeeld: dat kindje is begonnen, zeker? Als antwoord krijg je dan gemakkelijk: ja.’
- ‘Let op dat je je kind geen schuldgevoel geeft. Het gebeurt bijvoorbeeld dat een kind thuis iets komt vertellen. Zonder dat die doorheeft dat bepaald gedrag mogelijk over de grens ging. Als ze dan merken dat je als ouder helemaal over je toeren bent, zouden ze zich schuldig kunnen voelen.’