Wat wil het zeggen als je een stukje van je lichaam aan iemand anders geeft?

Voor veel mensen is hun lichaam en gezondheid hun hoogste goed. Wat wil het dan zeggen als je een stukje van je lichaam aan iemand anders geeft? Luc De Wulf (64) stond een nier af aan zijn zoon Lander (35). ‘Lander is een stoere, atletische gast. Toen ik hem plots zag liggen in een ziekenhuisbed, was ik even bang.’

Tekst: Michiel Verplancke

Beeld: Lieven Van Assche

Leestijd: 6 min

16/05/2022

Hopen op een foutje

In 2015 had Lander nooit kunnen denken dat hij een jaar later het operatiekwartier ingereden zou worden. Zijn vrouw Lies was zwanger van hun eerste kind, ze verbouwden hun huis en hij liep de Antwerp 10 Miles. ‘Het jaar erop wilde ik beter doen, dus na een week rust begon ik volop te trainen’, vertelt Lander. ‘Terwijl ik normaal 8 kilometer liep, lukte me nu maar 7 kilometer, later stond ik na 6 kilometer al op ontploffen en uiteindelijk ging ook 4 kilometer niet meer. Ook thuis kreeg ik steeds meer last van hoofdpijn en vermoeidheid.’

Lander ging naar de huisarts. ‘Oververmoeid’, klonk het. De verbouwingen, een zwangerschap, een hittegolf, het werd te veel. Met een vitaminekuur keerde hij terug naar huis. Een week later klopte hij weer aan bij de dokter. Landers bloeddruk was met 20 over 10 veel te hoog. De dokter stuurde zijn bloed naar het labo.

Dezelfde dag nog belde de dokter terug. Er was iets aan de hand met mijn nieren. Ze hadden een vervuiling ontdekt die zes keer zo hoog was als zou mogen. Ik hoop dat het een foutje is van het labo, want anders zitten we met een probleem, zei de arts.’ Het bleek geen fout. In het ziekenhuis ging Lander snel achteruit. ‘Alsof mijn lichaam wist dat ik er toegekomen was’, blikt hij terug. ‘Na het bezoekuur ging mijn vrouw naar huis en plaatsten ze mij op hartbewaking. Een paar uur later was Lies terug: haar water was gebroken. Op weg naar de bevalling ben ik in elkaar gestuikt. De geboorte van mijn zoon heb ik moeten missen.’

Chaos in het ziekenhuis

Er kwam in korte tijd enorm veel heftig nieuws op Luc af. ‘De avond voor Landers opname stierf mijn schoonvader. Dan belde Lies om te vertellen dat Lander op de spoedafdeling lag en ’s nachts hoorden we dat onze kleinzoon geboren was. Je kunt je voorstellen hoe chaotisch dat was. We wisselden tussen de kamers van onze zoon en onze schoondochter. Ondertussen regelden we de begrafenis van mijn schoonvader.

Tussen het praktische door viel ik af en toe in een emotionele dip. Ik was bang voor Lander. Het is een stoere, atletische gast, hij is paracommando geweest. Als je hem dan zo ziet liggen in een ziekenhuisbed … (krijgt het moeilijk).’

‘We praten er niet veel over, maar dat was een zware periode’, breekt Lander de stilte. ‘Ook nu, na mijn transplantatie, is het niet voorbij. Ik weet dat de familie ziet dat ik het nog altijd zwaar heb.’ ‘Mensen denken dat je genezen bent als je een nieuwe nier hebt, maar dat is niet zo’, vult Luc aan.

In de eerste week lag ik vier uur lang met ijs op mijn hoofd, omdat ik dacht dat mijn hoofd ging ontploffen van de hoofdpijn

Lander

Voetballen na nierdialyse

En toch is een transplantatie beter dan de nierdialyse die Lander anderhalf jaar moest ondergaan. ‘In het begin had hij veel last van de dialyse’, zegt Luc, die vaak met Lander naar het ziekenhuis reed. ‘Een gewoon lichaam wordt permanent gezuiverd, maar bij een dialyse is dat in golven. Het vuil stapelt zich eerst op, waarna de dialyse je lichaam compleet zuivert. Die grote schommelingen is je lichaam niet gewoon, met zware hoofdpijn, vermoeidheid en stemmingswisselingen tot gevolg.’

‘In de eerste week lag ik vier uur lang met ijs op mijn hoofd, omdat ik dacht dat mijn hoofd ging ontploffen van de hoofdpijn’, herinnert Lander zich. ‘In de daaropvolgende maanden moest ik mijn kracht voorzichtig opnieuw opbouwen. Ik wandelde het blokje rond, telkens tot het volgende bankje. Om daarna twee uur te slapen.’

Hoe zwaar het ook was, drie maanden na zijn eerste nierdialyse stond Lander weer op het voetbalveld. ‘Ik had dat nodig om mezelf te motiveren, om me weer goed in mijn vel te voelen. In het begin viel ik soms in, daarna speelde ik opnieuw volledige wedstrijden.’

Vrouw of vader

Al snel maakten de artsen Lander duidelijk dat hij een nieuwe nier nodig had om een kwaliteitsvol leven te kunnen leiden. Een boodschap die Luc al verwacht had: ‘Ik vertelde hem ervoor al dat hij mijn nier mocht hebben. Daar twijfelde ik geen moment over.’ Na de uitgebreide medische testen en screeningsprocedure bleek dat er twee mogelijke donors waren: zijn vrouw en zijn vader. ‘Het is uitzonderlijk dat iemand twee mogelijkheden heeft, dus ik mocht me gelukkig prijzen’, zegt Lander.

‘Anderzijds vond ik dat een ongelooflijk moeilijke keuze. Het blijft een ingrijpende operatie. En wat als mijn lichaam de nier na twee maanden afstoot? Dan moet degene waarvoor ik koos met een nier verder voor niets. Ik moest kiezen tussen mijn vrouw en mijn papa.’ Liep Luc niet meer risico met zijn hogere leeftijd? ‘Dat vond ik net een reden om nu te doneren’, vertelt Luc. ‘Over twintig jaar zal ik het niet meer kunnen. Lies kan dan wel nog donor zijn.’ Wat de doorslag gaf, was dat Lander en Lies misschien nog een tweede kind willen krijgen. Met een nier heb je een verhoogd risico op complicaties bij de zwangerschap.

‘Door die debatten hebben we als familie wel wat schade opgelopen. We zijn ook naar de psycholoog gegaan om ons daarin te helpen’, zegt Lander. ‘Iedereen wil het beste voor iedereen, maar het was uiteindelijk aan mij om die beslissing te nemen.’

Op de operatietafel

Terwijl Landers zenuwen hem parten speelden vlak voor de operatie, was Luc de rust zelve. ‘Ik was er klaar voor’, zegt hij. ‘Een paar dagen voor de transplantatie hielden we met het gezin en een bevriende diaken een stiltemoment. Lander was er niet bij, dat was te veel voor hem. Dat moment diende zowel om mezelf en ons gezin kracht te geven als om afscheid te nemen, mocht er toch iets gebeuren. Ik had daar vrede mee. Ik was klaar.’

Voor de zoveelste keer reden vader en zoon naar het ziekenhuis. Deze keer niet voor een nierdialyse, maar voor een niertransplantatie. Na wat kleine onderzoeken en een nacht in het ziekenhuis, rolden de verpleegkundigen Luc weg van Lander richting het operatiekwartier. Onder narcose werd via een insnede de nier van Luc uit zijn lichaam gehaald en bij Lander ingeplant.

‘De artsen vertelden me dat je als donor altijd, zelfs tot op de operatietafel, kunt vragen om te stoppen met de transplantatie’, vertelt Luc. ‘De artsen zullen dan een medische reden geven, zodat de familie en patiënt niet weten dat je niet meer wilde. Ik vind het wel goed dat je als donor die vrijheid hebt. Maar bij mij was er geen twijfel.’

‘Na de operatie duurde het nog een dikke week voor ik papa gezien heb’, zegt Lander. ‘Ik moest eerst in isolatie en kon maar beperkt bezoek krijgen. Toen dat moment kwam, hebben we elkaar goed vastgepakt. Veel woorden heb je niet nodig om die gevoelens over te brengen.’

Symbolische daad

Een geslaagde transplantatie dus, en geen nierdialyse meer. Een pak van hun hart. En toch is nu niet alles rozengeur en maneschijn. ‘Ik moet dagelijks veertien pillen nemen, met de nodige bijwerkingen. Ik heb soms bevende handen, dikke voeten en benen, en heb moeite met zware inspanningen. In principe moet ik afvallen van de arts, maar door de cortisone die ik neem, is dat moeilijk.’ Toch probeert Lander het gewone leven weer op te pikken. Om dat te symboliseren beklom hij samen met zijn vader en andere gezinsleden de Mont Ventoux met Transplantoux, een vereniging die getransplanteerden samenbrengt. Een rit die ze ook voor Landers ziekte hadden ondernomen.

‘Met die beklimming wilden we als gezin een moeilijke periode afsluiten’, vertelt Luc. ‘Voor Lander gaf het rust dat de andere deelnemers hetzelfde hadden doorstaan als hij. Als het even wat minder ging, hoefde hij dat niet uit te leggen.’ Want zo hebben vader en zoon De Wulf dat het liefst. Zonder veel woorden, maar met daden die zoveel meer zeggen.