Waarom ook jij jaloers bent

Hoe kan je buurman zo’n dure auto betalen? Waarom krijgt net die collega een mooie promotie? En hoelang zal je partner nog met die knappe verschijning staan praten? Wees gerust: iedereen voelt wel eens een steek van jaloezie. Ja, ook jij.

Tekst: Bram Dehouck

Beeld: Annelien Smet

Leestijd: 5 min

17/02/2020

‘Onze gevoelens van jaloezie en afgunst zullen we nooit afleren’, zegt Patrick Luyten, professor Klinische Psychologie aan de KU Leuven. ‘Tegen de emoties zelf kun je niets doen. Jaloezie of afgunst betekent dat je wilt wat een ander heeft: je collega, een vriend, een buur …

Daarbij komt vaak dat je het hen niet gunt. Wat ik niet heb, mogen anderen ook niet hebben. Dergelijke gevoelens ebben meestal snel weg. Maar zeker als het gaat om belangrijke zaken in ons leven, kan afgunst ons ook van binnenuit verteren.’ 

Waarom willen wij zo graag wat een ander heeft? 

Patrick Luyten: ‘Als mens ben je van nature gericht op de ander. Vanaf je geboorte ben je afhankelijk van mensen. Je hebt hun aandacht en zorg nodig. Die afhankelijkheid heeft een keerzijde: mensen zijn er niet altijd voor jou. Dat krenkt je gevoel van eigenwaarde, want je bent die aandacht toch waard? Het lijkt niet meer dan rechtvaardig dat je krijgt wat je wilt. 

Bovendien hebben mensen een aangeboren streven naar gelijkheid. Onderzoek bij baby’s heeft dit duidelijk aangetoond. We willen gelijk zijn aan de ander, we willen zelf hebben wat de ander heeft. Daardoor gaan we ons vergelijken met elkaar. Het zit gewoon bij ons ingebakken.’ 

Is het gevoel van jaloezie bij iedereen even sterk? 

‘De mate waarin je jaloers bent, is voor een stuk genetisch bepaald. De ene mens is gevoeliger voor ongelijkheid dan de ander en wordt dus sneller jaloers. Sommige mensen hebben hun emoties ook minder onder controle. Als je gevoelig bent aan ongelijkheid en die gevoelens moeilijk in goede banen kunt leiden, heb je een grotere kans dat je jaloezie ontspoort.’ 

Is het gevoel van jaloezie bij iedereen even sterk? 

‘De mate waarin je jaloers bent, is voor een stuk genetisch bepaald. De ene mens is gevoeliger voor ongelijkheid dan de ander en wordt dus sneller jaloers. Sommige mensen hebben hun emoties ook minder onder controle. Als je gevoelig bent aan ongelijkheid en die gevoelens moeilijk in goede banen kunt leiden, heb je een grotere kans dat je jaloezie ontspoort.’ 

Wanneer wordt jaloezie een probleem? 

‘Als het op een bepaald moment niet meer lukt om ermee om te gaan. Het blijft maar malen in je hoofd en je fantasie slaat op hol. Dat vreet aan je. Het schaadt je fysieke en mentale gezondheid.

Om zo’n verterend gevoel van afgunst te dempen, zoeken mensen vaak een uitweg door overmatig te drinken, te eten of ze zoeken hun heil in de roes van drugs. We zien dat afgunst geregeld een belangrijke rol speelt in verslavingsproblemen, een burn-out of een depressie.’  

‘Dat kan trouwens zowat iedereen overkomen. Ben je bedrogen geweest in je vorige relatie? Dan ga je mogelijk jaloerser zijn in je volgende relatie. Op dat moment is het belangrijk om met je partner over die gevoelens te praten.’ 

Speelt een lage zelfwaarde een rol bij jaloezie? 

‘Jaloerse mensen denken snel dat andere mensen beter af zijn. Dat wijst op een kwetsbaar gevoel van zelfwaarde. Vandaar dat iemand die jaloers is in relaties dikwijls een grote controledrang heeft. Waarom mag zijn partner niet in contact komen met andere mensen? Omdat hij heel onzeker is over zichzelf.’ 

‘Studies tonen aan dat het gevoel van zelfwaarde bij jongeren wankeler en meer bedreigd is dan vroeger. Nu kun je iemands gevoel van zelfwaarde kwetsen door hem weg te vegen op de datingapp Tinder of zijn bericht op Facebook niet te liken. Dan probeert die persoon zijn zelfwaarde weer te doen stijgen door een selfie te posten op Instagram. Maar als daar ook een negatieve reactie komt, is dat opnieuw een krenking.

Sociale media zijn ongenuanceerd, ze wakkeren bovendien de illusie aan dat succes gemakkelijk is. En dat maakt je weer kwetsbaarder voor jaloezie.’ 

Mensen geven niet graag toe dat ze jaloers zijn. Het lijkt een nogal kinderachtige emotie. 

‘Kinderen tonen hun jaloezie dan ook in de meest primitieve vorm. Zet twee peuters samen en binnen de kortste keren wil de ene het speeltje van de andere. Niet een gelijkaardig speeltje, maar net dát speeltje. Ze krijgen ruzie, er wordt gehuild en gevochten, het speeltje gaat stuk. Want als ik het niet kan hebben, dan jij ook niet.’  
 
‘Kinderen moeten leren dat ze niet altijd krijgen wat ze willen en dat niet iedereen gelijk kan zijn. Het is een heel normaal proces in de kindertijd. Al wil ik mild zijn voor ouders. Als je kind gevoelig is voor jaloezie, is dat best wel lastig. Je hebt snel de neiging tegen het kind te zeggen: gedraag je. Waardoor het kind zich nog minder gehoord voelt.’ 

‘Ik kan ouders alleen aanraden om kinderen evenveel te appreciëren, ondanks de verschillen in hun karakter en talenten. Dat is natuurlijk gemakkelijker gezegd dan gedaan.’

Jaloezie heeft een sterk fysiek element. Je kunt de steek letterlijk voelen. Hoe komt dat? 

‘Afgunst en jaloezie zijn vormen van agressie. Lichamelijk voel je hetzelfde als wanneer je kwaad bent. Want je bént kwaad: je hebt niet wat je wilt. Tegelijk voel je vaak walging: die persoon heeft het wél. Denk aan de spelende peuters. Als je jaloezie de vrije loop laat, mondt het uit in agressie.’   

‘Gelukkig komen er bij jaloezie al snel twee andere gevoelens kijken: schaamte en schuld. De schaamte tempert de jaloezie. We beseffen dat we fout bezig zijn. Het schuldgevoel doet ons proberen om de situatie te herstellen.’  

‘Dat zie je bijvoorbeeld bij leedvermaak. Iemand struikelt en we lachen. Dat wordt meteen gecorrigeerd door schaamte: oei, dat is ongepast. En schuldgevoel: die persoon heeft zich misschien bezeerd, we moeten hem helpen. Die schaamte en schuld voelen we trouwens een pak minder bij mensen op wie we afgunstig zijn. Dan denken we: die heeft zijn ongeluk verdiend.’  

Is dat ook wat er gebeurt bij kritiek op succesvolle mensen? 

‘Die kritiek kan natuurlijk terecht zijn, maar komt wel dikwijls voort uit jaloezie. Wie boven het maaiveld uitsteekt, wordt neergehaald. Daar komt ons streven naar gelijkheid weer om de hoek kijken.’  

‘Maar let op: de meerderheid van de mensen ervaart ook positieve jaloezie en afgunst, namelijk dankbaarheid en bewondering. Zij zijn dankbaar voor de anderen in hun omgeving en gunnen hen geluk. Ze voelen bewondering, bijvoorbeeld voor zangers of sportmensen. Ze genieten van hun prestaties.

Als Wout Van Aert een rit in de Tour wint, zijn ze even blij als hij. Wow, wat knap, zeggen ze. Die ‘positieve’ jaloezie kan je zelf ook aanzetten tot actie om een bepaald doel te bereiken: meer sporten bijvoorbeeld.’  

‘Slechts een minderheid van de mensen vindt het ondraaglijk als iemand meer kan dan zij. Het zijn die mensen die bij nieuwsberichten op sociale media posten dat iemand dan wel doping zal nemen, arrogant geworden is of het hoog in zijn bol heeft. Zij juichen als een sporter het minder goed doet of de nieuwe plaat van een zanger flopt.’

'

Je kunt bewondering hebben voor Wout Van Aert maar toch jaloers zijn op de BMW van de buurman.

‘Het is gemakkelijker iemand te bewonderen die ver van je afstaat. Hoe dichter in je buurt, hoe sneller je jaloers wordt. Want dat zijn de mensen met wie je jezelf het meest vergelijkt. Alleen bij hechte relaties geldt dat niet of minder, bijvoorbeeld tussen broers en zussen. Bij een gezonde opvoeding zijn zij blij met elkaars succes.

Al zal zelfs daar altijd een tikkeltje jaloezie meespelen, maar op zich is dat niet erg. Een beetje jaloezie is niet slecht. Want het zou toch heel vreemd zijn als je nooit jaloers bent? Als je partner het hof wordt gemaakt door een onbekende, dan betekent dat tikkeltje jaloezie dat je die persoon graag ziet.’