Alleenstaand en ziek: Wie zorgt voor de zieke single?

Als iemand ziek wordt, zeggen we steevast: ‘laat je maar goed verzorgen’. Maar wat als je single bent en alleen thuis woont? Wie brengt een tas dampende thee als je griep hebt? Wie verzorgt je de dag dat je langdurig ziek wordt of een behandeling moet ondergaan? Jana De Clercq (24) is zo iemand: ‘Het is vooral op de kleine momenten dat ik iemand mis’.

Tekst: Stephanie Lemmens

Beeld: Lieven Van Assche

Leestijd: 4 min

19/02/2024

‘Ik ben de jongste uit een gezin van zes kinderen. Mijn broers en zussen hebben allemaal een partner en de meesten ook kinderen. Ik was de laatste om het ouderlijke huis te verlaten. Sinds een dik jaar woon ik nu alleen. Ik wilde tonen dat ik het kon.’

Dat Jana het kon, was niet vanzelfsprekend. ‘Vier jaar geleden, tijdens mijn studie ergotherapie, liep ik een spierscheur op in mijn rechterheup tijdens een yoga-oefening. Het was een pittige revalidatie, ik kon niet goed meer stappen. Door dat gebrek aan beweging kreeg ik bloedklonters. De bloedklonters vonden hun weg naar mijn longen en ik belandde in het ziekenhuis met ademnood door een dubbele longembolie.’

En alsof dat nog niet genoeg was, zorgde een onschuldig MRI-onderzoek enkele maanden later voor de finale klap. ‘Tot op de dag van vandaag weet niemand wat er precies gebeurd is. Vermoedelijk heb ik slecht gereageerd op de vloeistof die ze inspuiten.’ Wat het ook was, plots ging het licht uit. ‘Het voelde alsof ik een spierontspanner kreeg en totaal verdoofd was. Toen ik wilde rechtstaan na de scan, zakte ik gewoon door mijn benen.’

Die gevoelloosheid in Jana’s lichaam ging niet meer weg, ook niet als de scan al lang achter de rug was. Zelfs haar armen kon ze amper nog optillen. ‘Ik had bij alles hulp nodig. Om uit mijn bed te komen, mij te wassen, naar toilet te gaan. Eten kon ik nog net zelf, maar dan moest iemand het mij wel brengen.’

Jezelf verzorgen is zwaar als je al wankel op je benen staat.

Jana De Clercq

Op eigen benen

‘Voor ik mijn studie startte, had ik beslist dat ik op kot wilde.’ Ook al moest Jana na een jaar haar opleiding stopzetten door haar gezondheidsproblemen, dat verlangen om alleen te wonen was er nog steeds. ‘Bij mijn ouders woonden we met veel op een kleine oppervlakte, er was weinig privacy. Ik had nood aan een plek voor mezelf. Aan zelfstandigheid.’

Net die zelfstandigheid leek haar nu stokken in de wielen te steken. ‘Het gaat al veel beter, maar ik ben nog steeds aan het revalideren en heb ondersteuning nodig. Twee keer per week krijg ik enkele uren bezoek van een verzorgster. Zij helpt me met het huishouden. Ik heb uitdrukkelijk gevraagd om alle taken niet volledig over te nemen, maar om ze samen te doen. Als zij kookt, snijd ik de groenten. Dat vind ik belangrijk.’

‘In het begin had ik het moeilijk om die hulp te accepteren, maar nu voelt het meer als een vriendin die langskomt.’

Slaapwel zeggen

De eerste nacht dat Jana in haar nieuwe thuis sliep, voelde ze zich tegelijk gelukkig en onwennig. ‘Alleen gaan slapen en tegen niemand slaapwel kunnen zeggen, is toch anders. De avonden, als het donker is, zijn het moeilijkste. Dan voel ik mij weleens eenzaam.’ Maar ook daar vond Jana een oplossing voor, in de vorm van een pluizige huisgenoot. ‘Ik heb me een konijn aangeschaft (lacht).’ 

‘Dat kan misschien raar klinken, maar voor dit diertje kunnen zorgen en het af en toe luidop slaapwel kunnen zeggen, helpt echt.’ Toch lost een konijn niet alles op. ‘Recent had ik zwaar griep. Dan miste ik iemand om een flesje water te gaan halen of een nat washandje om me te verfrissen. Ik kon dat natuurlijk zelf, en dat heb ik ook gedaan, maar het maakt het toch extra zwaar als je al zo wankel op je benen staat. Het is vooral op kleine momenten zoals deze dat ik iemand mis.’ 

Mijn ouders hebben ook een leven, ik wil niemand lastigvallen.

Jana De Clercq

Sneller bellen

Nochtans is Jana gezegend met een grote familie die altijd voor haar klaarstaat. ‘Mijn ouders wonen niet ver en zijn altijd bereid om te helpen. En ik weet zeker dat als ik mijn broers of zussen zou bellen, zij ook onmiddellijk aan mijn deur staan. Maar toch, zij hebben ook een leven. Ik wil hen niet te vaak lastigvallen, dat houdt mij wel bezig. Ook al weet ik dat zij dat zelf niet zo zien.’

Soms is het makkelijker om hulp te vragen aan iemand die niet tot je privésfeer behoort, maar verbonden is aan een organisatie. ‘Als mijn verzorgster komt, dan betaal ik daarvoor. Zij doet iets voor mij, en ik doe op die manier ook iets terug. Het is meer wederzijds en daar voel ik mij beter bij. Bij mijn familie heb ik het gevoel dat ik niets terug kan doen.’ 

‘Ik kan soms een hele tijd twijfelen of ik mijn mama nu zou bellen of niet. Gewoon omdat ik nooit zeker weet of ik haar niet zal storen. Want dat wil ik niet. Heeft ze daar eigenlijk wel tijd voor? Is ze niet met iets bezig? Die vragen schieten voortdurend door mijn hoofd. Als ik het dan eindelijk toch gevraagd heb, voel ik me opgelucht. Ik krijg dan altijd de reactie dat ik al veel sneller had moeten bellen (lacht).’

Bloeien en groeien 

‘Ik ben trots op waar ik al geraakt ben. Nog geen twee jaar geleden zette ik pas opnieuw mijn eerste stappen bij de kine. Ik weet nog dat mijn kinesist toen het nummer Go Your Own Way van Fleetwood Mac had opgezet, en zo voelt het ook.’

‘Volgende maand krijg ik een eigen volkstuintje toegewezen, dat ga ik samen met mijn verzorgster onderhouden. Ik ben de afgelopen dagen bezig geweest om alles voor te bereiden en moest steeds aan deze woorden denken: if you plant a garden, you believe in tomorrow. Ik wil mijn plantjes zien groeien, maar ook mezelf.’

‘Ik heb al een mooie weg afgelegd en probeer dankbaar te blijven voor de kleine dingen om me heen. Ik ben ervan overtuigd dat er bij iedereen altijd wel mensen in de buurt zullen zijn die je steunen en willen helpen. Ook al zie je ze misschien zelf niet meteen, ze zijn er wel. En met een beetje zoeken, vind je ze.’