Wereldlichtjesdag: een lichtje voor Jeroen

Lieve en Georges verloren op 3 oktober 2001 een van hun twee zonen door een ongelukkige val. ‘Jeroen is er nu al even lang niet meer als dat hij er wel was’, nam Lieve vorig jaar in de mond, toen Jeroen Swinnen twintig jaar gestorven was. Een getuigenis naar aanleiding van Wereldlichtjesdag over zoeken naar verbinding in een andere hoedanigheid.

Wereldlichtjesdag

Tekst: Marion Aussems

Beeld: Lieven Van Assche

Leestijd: 7 min

09/12/2022

Wereldlichtjesdag

Wereldwijd komen mensen op de tweede zondag van december om 19 uur bij elkaar om overleden kinderen te herdenken. Ze steken een kaarsje aan zodat het een beetje lichter is voor ouders die een kind verloren hebben. Een steunbetuiging en erkenning voor hun verdriet.

‘Al 21 Wereldlichtjesdagen gingen er voorbij sinds Jeroen stierf. De afgelopen jaren gingen we op die dag naar de Japanse tuin in Hasselt waar ze iets organiseerden rond het thema. In Genk bemanden we op Wereldlichtjesdag ook soms de stand van OVOK, de vereniging voor Ouders Van een Overleden Kind. We sloten ons er ooit bij aan en werkten na verloop van tijd mee als vrijwilligers en gingen in het bestuur. Tot we het vijf jaar geleden tijd vonden om de fakkel door te geven.’

‘De eerste periode na Jeroens dood bestond uit jaren van diepe wanhoop, waarin we zochten naar methodes om opnieuw grip te krijgen op ons leven. Georges en ik konden ons geen van beiden concentreren in de maanden erna en waren niet in staat om te werken. We konden even niets. Georges is na een tijdje weer halftijds gaan werken.’

‘We wisten van elkaar wat we voelden, maar waren onmachtig om elkaar te troosten. Niets zou Jeroen nog bij ons terug brengen. Het ergste wat ouders kunnen meemaken, was ons overkomen. We voelden dat we niet alleen verder konden.'

‘Hoe geraakten we hier uit? Hoe konden we verder leven zonder en toch met? Onze huisarts raadde ons een rouwtherapeut aan. Zij begeleidde ons die eerste jaren, zowel afzonderlijk als samen. En ook soms met onze andere zoon Jo erbij.’

Iedereen rouwt anders

‘Het was een lange periode waarin we leerden dat rouwen geen regels of wetmatigheden kent. We ontdekten dat we totaal anders rouwen, en dan nog op verschillende tijdstippen. Het was geen sinecure om samen te leven …'

'Ook voor Jo was het zwaar: hij verloor zijn broer én zag zijn ouders lijden. Ik ben blij dat we tijdens de therapie leerden hoe we elkaar konden ondersteunen. En waar we elkaar ruimte en tijd moesten gunnen. Je hoort jammer genoeg vaak dat koppels uit elkaar gaan nadat een kind sterft.’

‘Bij OVOK vertelden Georges en ik aan lotgenoten ons verhaal en hoorden we andere verhalen. We zagen verdriet en gemis in verschillende gradaties en op verschillende momenten. We ontdekten dat tijd niets oplost, geen verdriet wegneemt, maar je er wel beter mee leert omgaan. De woorden van de begeleidster: Ik zou jullie willen oppakken in de tijd en enkele jaren verder neerzetten, zijn ons altijd bijgebleven.’

‘We wilden vooral het positieve van de sessies onthouden en niet verbitterd geraken. De eerste weken na de dood van Jeroen dachten we dat we alles verloren hadden en dus niets meer te verliezen hadden. Langzaam groeide het besef dat we heel veel kwijt waren, maar dat we de rest moesten behouden: ons gezin, onze vrienden, ons werk … Ook al was dat een hele opdracht.’

De kaap van het eerste jaar zonder

‘In juni startte ik weer met lesgeven. Het deed pijn om al die studenten in hun examenperiode te zien. Straks begonnen ze aan hun vakantie ... Waarom Jeroen niet? Oktober kwam er ook aan, en ik had schrik want dan was het een jaar geleden ...’

‘Ik wist dat ik vanaf die derde oktober niet meer kon zeggen: Vorig jaar toen deed Jeroen nog dit en zei Jeroen dat … Drie oktober is voor mij een dag van opnieuw sterven. Niet alleen van Jeroen, maar ook van een stuk van mezelf. Vroeger dacht ik dat ik het niet zou overleven als een van mijn kinderen iets overkwam. Maar je gaat niet zomaar dood. Ik leefde verder, ondanks mijn gevoelens van verdriet, gemis en leegte.’

‘De jaren die volgden, ebde het rauwe van de rouw weg. Maar het verdriet voelde groter en intenser. De dood van Jeroen heeft voor een breuk in onze tijdslijn gezorgd. Er is een tijd voor zijn dood en een tijd erna. Op de vraag waar Jeroen nu zou zijn, is het enige antwoord: bij ons, maar in een andere dimensie, in een andere tijdzone.’

‘Tot vier jaar na Jeroens overlijden kon ik het woord dood niet in de mond nemen. Ik zei altijd: Jeroen is weg. Psychiaters en psychologen probeerden me te begeleiden. Maar ik was vaak opstandig omdat ik niet wou loslaten. Ik wou het niet aanvaarden. Het was confronterend en pijnlijk, maar toch bleef ik in therapie gaan. Gelukkig maar, want het heeft me geholpen om verder te gaan.’

Wat zalft

‘Rouwen is hard werken. Al je energie gaat ernaartoe. Die eerste jaren is het niet vanzelfsprekend om het dagelijkse leven weer op te pakken. Je leeft niet, je overleeft. Vijf jaar lang heb ik elke dag gehuild. Daarna merkte ik dat mijn rouwproces wat veranderde, al bleef het pijnlijk. Pas na tien jaar wist ik min of meer hoe ik het leven weer wat vorm moest geven.’

‘Mensen zeggen na een tijd: je moet het loslaten. Maar je kind kun je niet loslaten. Je moet tot een andere verbinding komen. Die verbinding moest ik zoeken. Jeroen is onzichtbaar nog aanwezig, in mijn hoofd en hart. Ik ben ook blijven zeggen dat ik twee kinderen heb.’

‘Toen er kleinkinderen kwamen, zorgde dat voor een nieuwe golf van geluk. Kleinkinderen zalven. Robbe is twaalf en Nore negen. We geven hen zoveel mogelijk mee hoe Jeroen was en ze praten ook heel spontaan over hem. Dat doet deugd. Als ik naar de begraafplaats ga, geef ik altijd een kushandje op Jeroens foto. Als zij meegaan, doet Robbe dat ook. Kijk oma, Jeroen zit in mijn hart en hoofdje, zegt hij dan.’

‘Nore heeft typische karaktertrekken van Jeroen. Dat Jeroen nog steeds bij ons gezin hoort en niet wordt vergeten, is heel belangrijk. Met Kerstmis leggen we altijd een pakje onder de boom voor hem. We denken aan hem, daar gaat het om.’

Glimlachen door de tranen heen

‘Het leven is soms moeilijk om te dragen. Het is dan belangrijk om kracht te putten uit liefde en vriendschap. Bij onze lotgenoten, vrienden en familie vonden wij steun en bevestiging in onze zoektocht naar een aanvaardbare manier van leven. De mensen die Jeroen zijn blijven meedragen in hun hart, deden me geloven in de toekomst.’

‘We hebben gemerkt dat er langzaamaan momenten kwamen waarop we - onverwacht - toch weer schoonheid zagen en dat we stilaan opnieuw konden glimlachen door onze tranen heen ... Er is geen handleiding of stappenplan om met zo’n verlies om te gaan. Er is ook geen goede manier om dat te doen.’

‘Maar weet: ooit kun je weer aan de toekomst denken. Ooit kun je opnieuw gelukkig worden. Niet honderd procent, maar wel gelukkig. Ook al kun je in het begin er niet bij, kleeft het verdriet de hele dag aan je en is er geen ruimte voor iets anders. Er komt een moment dat je je beter gaat voelen.’