'Met rouw ben je 24 uur op 24 bezig, ook op je werk'

Het leven zorgt ervoor dat je niet altijd zorgeloos op het werk kunt verschijnen. Welk rugzakje neem jij mee naar je werk? En je collega’s? Wij duiken in de rugzak van Maggy Schabregs (50) die net als zorgkundige is gestart. De inhoud is stevig: haar moeder is pas gestorven. Is er ruimte voor haar verdriet op de werkvloer? Elke Velle, arbeidspsychologe bij IDEWE, leest mee.

Tekst: Marion Aussems & Astrid Boost

Beeld: Mine Dalemans

Leestijd: 4 min

06/04/2023

Maggy: ‘Ik ben 1,5 jaar geleden gestart met een herscholing tot zorgkundige. De voorbije jaren heb ik mijn energie verdeeld tussen mijn studies en de zorg voor mijn ma. Dat was niet gemakkelijk. Vlak voor ik mijn stage kon afronden, stierf mijn lieve ma.’

‘Enkele weken voor haar dood kreeg ik een contract aangeboden in het woonzorgcentrum waar ik stage liep. Mijn ma heeft dus nog geweten dat ik na mijn stage werk zou hebben en daar ben ik blij om. Dat betekende wel dat ik kort na haar dood mijn uitgestelde stage-uren moest afwerken en ook mijn eindwerk nog moest verdedigen. Want zonder diploma geen job. Eerlijk? Ik wou alles stopzetten. Geloof me, mijn hoofd stond er echt niet naar.’

Professioneel én menselijk

‘Mijn opleidingscoördinator was lief en zei dat ik mezelf niet voorbij moest lopen en mijn stage kon afwerken als ik er zelf klaar voor was. Maar er was dat jobaanbod, wat eigenlijk een luxe was. Mijn man, mijn beste vriendin en mijn nichtje hebben me gemotiveerd: zou je niet doorzetten, je hebt het nu bijna in handen. Dus dat heb ik gedaan. Van alle kanten moedigden mensen mij aan dat het knap was dat ik het heb klaargespeeld. Zelfs mijn opvolgster van de VDAB, waar ik maar twee keer mee heb gesproken, stuurde me een mailtje. Zoiets doet deugd.'

‘De directrice van het woonzorgcentrum was na het overlijden professioneel én menselijk tegelijk. Dat apprecieerde ik. Er was ruimte voor een troostend woord en om de startdatum uit te stellen, maar ze moest ook zakelijk zijn en een nieuwe datum voorstellen. Twee weken later. Wat ik heel goed snap, de functie moest dringend ingevuld.’

‘Openheid heeft mij gered. Zowel tijdens mijn studies, mijn stage als nu op mijn nieuwe werk. Tijdens de lessen had ik al tegen de leerkrachten gezegd dat ik enig kind ben en mantelzorger voor mijn ma. En dat het kon zijn dat ik het soms moeilijk zou hebben. Voor mij was dat een vanzelfsprekendheid om te zeggen. Ik moest wel, anders had ik het gevoel dat ik die studies niet kon waarmaken. De zorg voor een ouder heeft gewoon een grote impact op je leven.’

‘En dan een nieuwe job starten midden in zo’n groot verdriet. Je voelt je sowieso al onzeker als je ergens nieuw start. En dan daar nog eens die rauwe rouw bij … Ik ben tegen de collega’s nu ook heel eerlijk als iets me raakt tijdens het werk. Ze stellen me dan gerust dat dat heel normaal en oké is, dat ik nog volop in de rouwperiode zit. Het is zo belangrijk dat je gevoelens er ook in je job mogen zijn en dat je daar erkenning voor krijgt. Natuurlijk moet je niet heel je privésituatie meenemen naar het werk.’

Ik zoek houvast in simpele dingen, zoals een maaltijdbox aan huis

Maggy Schabregs

Een enorme berg, stap voor stap

Maggy: ‘Tijdens mijn job kom ik in contact met oude mensen met een zorgbehoefte. Mijn ma was tachtig en had al enkele jaren zorg nodig. Er zijn vaak momenten dat ik tijdens mijn werk aan haar denk. Soms op een negatieve manier omdat ik machteloosheid ervaar als ik mensen zie afzien en het verdriet bij de familie zie. Soms ook op een positieve manier omdat ik een glimlach of knipoog van een oudere opvang. Gelukkig leert de tijd je ermee omgaan. Je moet altijd professioneel blijven bij de ouderen en denken: straks zal ik wel huilen.’

‘Op dit moment ervaar ik nog onrust omdat ik veel persoonlijke administratie rond de job en paperassen rond het overlijden moet afhandelen. VDAB, de Hulpkas, CM, papieren rond successierechten … Dat komt in een periode op je af dat je eigenlijk rust nodig hebt. Ook mijn pa is onlangs een week opgenomen in het ziekenhuis. Het hakt er toch allemaal extra in. Op de vraag wie de contactpersoon is, is het altijd mijn nummer dat ik moet geven. Dat weegt in mijn persoonlijke rugzak.’

‘Met rouwverwerking ben je 24 uur op 24 bezig, je neemt dat ook mee naar je werk dus. Of je dat nu wilt of niet. Hoe die rouw zich uit, is bij iedereen anders en heel persoonlijk. Voor mij is het een constante in alles. Het is niet iets wat ik zomaar aan de kant kan schuiven.’

‘Ik zoek houvast in simpele dingen, zoals een maaltijdbox aan huis. Dat klinkt stom, maar dan moet je niet meer nadenken over wat je kookt, maar gewoon koken. Wat ook helpt, is dat ik tegen mezelf zeg dat dit gevoel tijdelijk is. Het voelt alsof ik voor een enorme berg sta waar ik overheen moet. Mijn man zei me dat hoe dichter ik bij de bergtop kom, hoe makkelijker het wordt. En dat is waar. Elke stap die je zet, is een stap. Daar troost ik me mee. Want de berg kan ik toch niet ontwijken, dat is een zekerheid.’