Waarom peuters moeten brullen

Voor veel ouders is de peuterpuberteit een beproeving. Ook voor Heleen Vermeersch, de mama van kleine Romée is het soms zoeken naar de juiste aanpak en het nodige geduld. Gelukkig weet opvoedingsexpert Steven Gielis van de AP Hogeschool in Antwerpen raad.

Tekst: Stephanie Louwagie

Beeld: Lieven Van Assche

Leestijd: 5 min

28/02/2022

Stampvoeten

'Romée weet verdomd goed wat ze wil en wanneer ze dat wil: onmiddellijk. Steeds vaker komt er ook brullen en stampvoeten aan te pas.'

Steven Gielis: 'Rond de leeftijd van achttien maanden groeit bij peuters het besef dat ze niet vasthangen aan hun moeder of vader. Ze merken dat ze een apart wezentje zijn met een eigen ik. In dat opzicht lijken ze erg op pubers. Pubers gaan op zoek naar hun identiteit, peuters ontdekken net dat ze er een hebben. Niet voor niets kleven we op deze vroege ontwikkelingsfase ook het etiket peuterpuberteit.'

'We verslijten de peuterpuberteit ook weleens voor koppigheidsfase. Kinderen van die leeftijd stellen vast dat ze met hun gedrag invloed kunnen uitoefenen op anderen. Ik kan mama boos krijgen door met eten te gooien of op de grond te stampvoeten.'

Ontwikkelen

'Er is meer nodig dan enkele woede-uitbarstingen om mij van de wijs te brengen. Het hoort bij Romées ontwikkeling.'

‘Goed dat Heleen haar kalmte weet te bewaren. Dat zorgt automatisch ook voor meer rust bij Romée. Het is heel normaal dat kinderen van die leeftijd af en toe opstandig zijn. Het hoort bij hun ontwikkeling. Meer nog, kinderen vertonen het gedrag vooral in een veilige omgeving. Zie het dus als een schouderklopje als het bij jou thuis wel gebeurt en in de opvang niet.’

Afleiden

'Ik zing een liedje of leid haar af met een filmpje van Bumba. Al let ik er wel op dat ik negatief gedrag niet te vaak beloon. Kinderen pikken zoiets vliegensvlug op.'

'Het is een goed idee om kinderen uit de situatie te halen en rust te bieden. Afleiding kan daarbij een grote hulp zijn. Kinderen zijn niet af, hun hersenen zijn klein en nog niet helemaal ontwikkeld. Ze willen vanalles, maar hebben nog niet geleerd hoe het moet. Dat werkt frustrerend. Bovendien denken peuters heel lineair. Als ik A doe, zal ik B krijgen. Het komt er dus op aan om fout gedrag zo weinig mogelijk te belonen. Voor je het weet denkt zo'n kleintje als ik mijn keel openzet, krijg ik Bumba te zien.

'Kinderen die ontploffen, lijken te willen zeggen dat je hen met rust moet laten. Eigenlijk is niets minder waar. Zoek oogcontact met je zoon of dochter, laat zien dat je het verdriet opmerkt, raak hen aan. Lach de tranen niet weg. Frustratie en boosheid mogen er zijn. Laat het kind even brullen. Omstaanders begrijpen dat wel, zelfs in de supermarkt. Want zeg nu zelf, hoe voel je je zelf als je verdriet hebt maar er niet kan of mag over praten?'

Negeren

'Sommigen beweren dat je huilbuien bij kleintjes beter kunt negeren. Die tactiek heb ik ook ooit toegepast. Al was dat niet bepaald een succes. In mijn beleving duurde het zo net langer om haar te kalmeren.'

'Een kind op een correcte manier negeren is erg moeilijk. Daarom vind ik het meestal niet de beste techniek. Met gedrag negeren is niets mis, maar je moet oppassen dat je het kind zelf niet negeert. Als je het toch probeert, zorg dan dat je zowel je oren als je ogen voor het gedrag afsluit en er niet op inpikt, ook niet onrechtstreeks. Denk maar aan ouders die hun kroost wel willen negeren, maar stiekem hun lach niet kunnen inhouden. Bij gevaarlijk gedrag zoals bijten of schoppen moet je altijd ingrijpen.'

'Het taalgevoel van jonge kinderen staat nog niet op scherp. Toch is het raadzaam om goed gedrag expliciet te benoemen. Wacht niet tot ze in de fout gaan om te reageren, maar zeg af en toe: Wat knap dat je zo rustig speelt. Oh, je hebt flink gegeten.'

'Merk je dat je bij een intense woede-uitbarsting van je kind zelf de controle verliest, tel dan tot tien voor je reageert. Als zelfs dat geen optie is, roep dan iemand die het even van je kan overnemen. Rust creëren is een belangrijke sleutel tot succes.'

Onderhandelen

'Een keer wou Romée niet slapen. Ik heb haar luier verschoond en haar gesust, maar ik haalde haar niet uit haar kamer. Bewust. Ik wil vermijden dat drama maken een manier van onderhandelen wordt.'

‘Hoe jonger het kind, hoe minder tijd het nodig heeft om in vuur en vlam te schieten. Ze hebben een kortere spanningsopbouw. Heleen koos voor oogcontact en troost. Soms hebben kinderen nu eenmaal verdriet en dan is het aan de opvoeders om comfort en nabijheid te bieden. Dit liefst zo snel mogelijk. Troost bieden op de eigen kamer is een prima plan. Het versterkt het gevoel van veiligheid in de eigen omgeving. Centraal staat hier het natuurlijke gevolg: als ik verdriet heb komt mama, maar ik word niet uit mijn kamer gehaald.

‘Kinderen merken in hun groei naar volwassenheid op een zeker moment dat onderhandelen loont. Soms vinden we dat vervelend, maar mits een beetje omdenken is het net een positieve evolutie. Ze leren er op lange termijn grenzen mee aangeven, nee zeggen. Kinderen snakken naar voorspelbaarheid. Geef hun die. Zeg welke consequenties verbonden zijn aan bepaald gedrag. Straf hen niet, maar ga samen op zoek naar oplossingen om het goed te maken. Oké je hebt die muur beklad. Dat vind ik niet leuk, maar wat gaan we samen doen om dit op te lossen? Zo leer je het kind dat er altijd nieuwe kansen komen.’

‘We spreken pas van probleemgedrag bij peuters als de acties van je kind een langdurige impact hebben op je dagelijks leven. Mist je kind schooldagen omdat er structureel niets mee aan te vangen valt? Dan is er misschien iets mis. Gelukkig groeien de meeste gedragingen niet uit tot gedragsstoornissen. Stel je je als ouder vragen bij de peuterpuberteit van je kind? Praat er dan over. Neem contact op met de huisarts, de opvang of school, het Centrum voor Leerlingbegeleiding (CLB) of het Centrum voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning (CKG). Deze instanties kunnen je op een laagdrempelige manier ondersteunen bij opvoedingsproblemen.’