Ja, natuurlijk komt ADHD ook voor bij meisjes! Opvallend, bij hen blijft het veel langer onder de radar dan bij jongens. Hoe komt dat? We vroegen het aan psycholoog Prof. Dr. Saskia Van der Oord van de KU Leuven.
ADHD staat voor Attention Deficit Hyperactivity Disorder, ofwel aandachtstekort-hyperactiviteitstoornis. ‘De naam verwijst naar de twee grote clusters van gedrag’, verduidelijkt professor Van der Oord.
‘Enerzijds heb je het drukke gedrag. Heel impulsief zijn, doen zonder denken, onrustig zijn. Anderzijds heb je het gebrek aan aandacht. Dat is moeite hebben met concentreren of zaken op orde leggen. Ook regelmatig dingen vergeten. ADHD is bij iedereen anders. De een heeft meer last van onrust en impulsiviteit, de ander meer van een gebrek aan concentratie.’
Prof. Dr. Van der Oord: ‘Nee. Er zijn negen kenmerken van ADHD. Dat gaat dan onder andere over druk gedrag en moeite hebben met opletten. Iedereen herkent zich wel in een aantal daarvan. De grens om effectief over ADHD te kunnen spreken, is dat je aan zes van die kenmerken voldoet. En dat je in het dagelijks leven last ondervindt van die kenmerken.’
‘Bij kinderen zien we dat de ratio jongens-meisjes drie op één is. Dus per drie jongens die de diagnose ADHD krijgen, is er maar één meisje. Maar bij volwassenen is dat bijna één op één.’
‘Het wordt inderdaad minder snel gezien bij meisjes. Dat komt vooral door het klassieke beeld dat we van ADHD hebben. We denken snel aan het drukke gedrag en niet kunnen stilzitten. Dat komt vaker voor bij jongens met ADHD, terwijl die onrust bij meisjes op een andere manier naar boven komt. Daar zien we dat ze bijvoorbeeld veel babbelen of praten zonder na te denken.’
‘ Meisjes met ADHD hebben vaker last van concentratieproblemen. Dat is minder zichtbaar en meisjes zijn er ook goed in om dat probleem te verstoppen. Omdat ze niet uit de boot willen vallen, maskeren ze die moeilijkheden.’
‘Ja. Veel van die meisjes merken dat het op school moeilijk gaat, hoewel ze hun best doen. We zien ook dat ze vaak somber zijn en faalangst hebben. Dat onderdrukken kost hen ook veel energie. Dus een snellere diagnose zou hen helpen. Dan kunnen ze hulp krijgen. Net zoals ADHD bij iedereen anders is, is ook die hulp heel verschillend. Voor sommigen helpt een planningstraining die je ondersteunt bij het organiseren. Voor anderen kan medicatie helpen.’
‘Langs de ene kant kan je zeggen dat het ADHD bespreekbaar maakt en normaliseert. Anderzijds, de meeste van die filmpjes kloppen niet. De kenmerken worden zo voorgesteld dat iedereen er zich wel in herkent. Dan denken mensen: ik heb het ook. Dat maakt het voor zij die wel veel last hebben van ADHD des te moeilijker.’
‘Als plots iedereen ADHD heeft, voelt dat voor hen alsof hun problemen in waarde gedaald zijn. Dat er op TikTok zo losjes wordt gepraat over diagnoses, maakt het lastig.’
‘Als je vermoedt dat je ADHD hebt, ga langs bij je huisarts. Hij kan je doorverwijzen naar een psycholoog of kinderpsychiater zodat je het juiste traject volgt om tot een diagnose te komen.’