Hoogsensitiviteit, je hebt er vast al over gehoord. Je hoeft TikTok maar te openen, of er passeert een influencer die zich out als hoogsensitief. Maar kunnen we mensen zomaar klasseren in een hoogsensitief hokje? Professor Patricia Bijttebier is hoogleraar ontwikkelingspsychologie en directeur van het KU Leuven Instituut voor Kind en Jeugd, en voert al jaren onderzoek naar hoogsensitiviteit. Ze ontkracht enkele hardnekkige mythes.
Professor Bijttebier: ‘Hoogsensitiviteit is geen diagnose zoals ADHD of autisme, het is een soort persoonlijkheidsprofiel. Wie hoogsensitief is, is gevoeliger voor de omgeving. Een diagnose kan je dus niet krijgen. Net zoals sommigen een charismatische persoonlijkheid hebben, kunnen mensen ook een hoogsensitieve persoonlijkheid hebben. Het is een samenspel van genetische aanleg en ervaringen.’
‘Hoogsensitiviteit is geen alles-of-niets-fenomeen, je kunt er wel hoger of lager op scoren. Zie het zo: sommigen zijn extreem wanordelijk, anderen zijn heel netjes. Dan heb je nog alles ertussen. Want elk mens is in een zekere mate gevoelig voor zijn omgeving. Het verschil zit ‘m echter in hoe gevoellig je bent voor je omgeving. Niemand vindt harde geluiden aangenaam. Maar als het bijna lijkt alsof een hard geluid fysiek pijn doet, ben je wellicht gevoeliger dan anderen.’
‘Mensen waren altijd al in meer of mindere mate gevoelig voor hun omgeving. Het is dus geen modeverschijnsel. Het klopt wel dat er pas in de laatste jaren meer onderzoek naar gevoerd is. En tegenwoordig krijgen we met veel meer prikkels te maken krijgen dan vroeger, waardoor hooggevoelige mensen meer hinder ondervinden. Dat er dan meer aandacht naar gaat, is perfect normaal. Aangezien het om kenmerken gaat die iedereen in meer of mindere mate heeft, herkennen veel mensen zich hierin.’
‘Vroeger lag de focus vooral op de negatieve emoties die hiermee samenhangen. Hoogsensitieve mensen zijn sneller angstig of ervaren vaker depressieve gevoelens. Tegenwoordig is er ook aandacht voor de andere kant: hoogsensitieve personen zouden meer voordeel halen uit een positieve omgeving. Ze genieten bijvoorbeeld intenser van mooie muziek. Of ze merken vaak kleine nuances op. Iemand die naar de kapper geweest is, de sfeer die omslaat in een groep … Hoogsensitieve mensen hebben het vaak als eerste gemerkt.’
‘Aangezien het geen ziekte is kun je er ook niet van genezen. Dat is ook niet nodig. Ervaar je toch last, kan je wel strategieën ontwikkelen om hiermee om te gaan. Ben je hoogsensitief? Pas dan – in de mate van het mogelijke - je omgeving aan. Wie minder goed ziet zal ook een bril dragen. Vermijd bijvoorbeeld grote groepen of probeer een rustige werkomgeving te creëren voor jezelf.’
Professor Bijttebier legt uit dat er geen eenduidige definitie bestaat van hoogsensitiviteit. Uit onderzoek is wel gebleken dat hoogsensitieve mensen vaak gelijkaardig scoren op drie persoonlijkheidsaspecten.
Gevoeliger voor prikkels
Onze zintuigen worden voortdurend blootgesteld aan prikkels. De drempel van wat we aangenaam of onaangenaam vinden, verschilt van mens tot mens. Mensen met een hoogsensitieve persoonlijkheid zijn minder verdraagzaam voor externe prikkels. Ze hebben sneller last van harde geluiden, sterke smaken, felle lichten, hevige ervaringen zoals een ritje op de achtbaan…
Minder weerbaar
Wie hoogsensitief is, scoort lager op emotionele stabiliteit en is introverter. Ze raken bijvoorbeeld makkelijker van streek als er te veel tegelijk gebeurt. Een volle agenda, veel taken op het werk, een grote groep … Het zijn triggers waar ze vaak negatief op reageren. Ze ervaren meer stress en slaan sneller in paniek.
Gevoeliger voor esthetiek
Hoogsensitiviteit heeft ook heel wat voordelen. Ze staan bijvoorbeeld meer open voor schoonheid of intellectuele discussies. Zo genieten ze intenser van kunst, muziek of de schoonheid van de natuur. Pas op, die openheid geldt niet voor verandering: dat vinden ze net moeilijker.